Haar liefde voor Hem
2 plaatsers
Schrijvers :: Café :: Eigen Werk
Pagina 1 van 1
Haar liefde voor Hem
Het is een van mijn oudste verhalen, maar ik wou hem er toch weer op zetten. De bedoeling was dat het verhaal verteld wordt door een (klein) kind
Ieders leven heeft een doel, ten minste dat zegt mijn moeder. Haar doel is om God te dienen en zijn kerk en kinderen te beschermen. Dat is het meest nobele van alle doelen, zegt ze. Nu vraag ik me af wat het doel van mijn leven is. Moet ik ook God dienen? Mijn moeder zegt van wel, maar dat wil ik niet. Ik wil niet zorgen voor Hem, waarvan zij houd. Want door Hem houdt ze niet van mij.
Ik kijk naar haar. Ze heeft haar ogen gesloten en haar handen gevouwen. Ze bid naar hem. Ze aanbidt Hem. Ik loop naar haar toe, geef haar een kus op haar wang, maar ze kijkt niet op. Als ze klaar is kijkt ze me streng aan. Ze zegt niks. Ik mag haar niet storen, dat weet ik wel, maar het maakt me niks uit. Ik houd van mijn moeder, maar zij houd van Hem. Hij is slecht. Hij steelt mijn moeder van me, zodat ze niet van mij kan houden. Ik weet dat, zij niet. Ik moet haar redden al weet ik niet hoe.
Ik moet naar bed. Ze vraagt of ze me een verhaaltje voor moet lezen. Ik knik. Ze leest van Jezus, Zijn zoon. Ze wou dat hij haar zoon was. Dat zegt ze niet, maar ik weet het. Want ze leest altijd van Jezus en praat veel over hem. Ze wil mij niet. Ik zeg dat ik moe ben en ze houd op. Haar blauwe ogen glinsteren. Ze kust me op mijn wang en loopt weg. Ik huil. Ik huil altijd. Op school noemen ze me huilebalk. Maar zij weten het niet. Want hun moeder houden van hun. Maar zij is niet zoals zij. Dat moet wel, vind ik. Ik moet haar redden.
Simons oma is dood. Dat heeft hij vandaag verteld, maar hij zei dat hij niet verdrietig was. Want de dood is gewoon een volgend leven zegt hij. En dan ga je naar de hemel waar Hij ook is en Zijn zoon. Ik houd van mijn moeder, maar ze houd niet van mij. Ik wil dat ze gelukkig is. Ik wil haar redden van Hem, maar dat kan ik niet.
Mijn moeder bid weer. Als ze klaar is vraag ik waarom. Ze zegt dat als ze bid ze dichter bij Hem is en dat ze zich dan gelukkiger voelt dan ooit te voren. Ik ren weg en huil weer. Ik kan haar niet redden, want ze wil zelf bij hem zijn. Ik val in slaap.
Als het al heel laat is word ik wakker. Het licht is uit en alles is donker. Ik wil niet meer slapen. Ik ga uit bed. Ze is in haar kamer. Ik kijk hoe ze slaapt. Ze lijkt gelukkig, maar dat is ze niet. Dat weet ik, want ze is niet bij Hem. Misschien dat ze wel dood wil. Dan kan ze bij hem zijn. Ik wil dat niet. Ik huil. Ze wordt niet wakker. En als ik de kamer weer uit ben en de natte, rode dekens om haar heen heb gewikkeld stop ik met huilen. Het is niet erg, want zij is blij nu ze bij Hem is.
Ieders leven heeft een doel, ten minste dat zegt mijn moeder. Haar doel is om God te dienen en zijn kerk en kinderen te beschermen. Dat is het meest nobele van alle doelen, zegt ze. Nu vraag ik me af wat het doel van mijn leven is. Moet ik ook God dienen? Mijn moeder zegt van wel, maar dat wil ik niet. Ik wil niet zorgen voor Hem, waarvan zij houd. Want door Hem houdt ze niet van mij.
Ik kijk naar haar. Ze heeft haar ogen gesloten en haar handen gevouwen. Ze bid naar hem. Ze aanbidt Hem. Ik loop naar haar toe, geef haar een kus op haar wang, maar ze kijkt niet op. Als ze klaar is kijkt ze me streng aan. Ze zegt niks. Ik mag haar niet storen, dat weet ik wel, maar het maakt me niks uit. Ik houd van mijn moeder, maar zij houd van Hem. Hij is slecht. Hij steelt mijn moeder van me, zodat ze niet van mij kan houden. Ik weet dat, zij niet. Ik moet haar redden al weet ik niet hoe.
Ik moet naar bed. Ze vraagt of ze me een verhaaltje voor moet lezen. Ik knik. Ze leest van Jezus, Zijn zoon. Ze wou dat hij haar zoon was. Dat zegt ze niet, maar ik weet het. Want ze leest altijd van Jezus en praat veel over hem. Ze wil mij niet. Ik zeg dat ik moe ben en ze houd op. Haar blauwe ogen glinsteren. Ze kust me op mijn wang en loopt weg. Ik huil. Ik huil altijd. Op school noemen ze me huilebalk. Maar zij weten het niet. Want hun moeder houden van hun. Maar zij is niet zoals zij. Dat moet wel, vind ik. Ik moet haar redden.
Simons oma is dood. Dat heeft hij vandaag verteld, maar hij zei dat hij niet verdrietig was. Want de dood is gewoon een volgend leven zegt hij. En dan ga je naar de hemel waar Hij ook is en Zijn zoon. Ik houd van mijn moeder, maar ze houd niet van mij. Ik wil dat ze gelukkig is. Ik wil haar redden van Hem, maar dat kan ik niet.
Mijn moeder bid weer. Als ze klaar is vraag ik waarom. Ze zegt dat als ze bid ze dichter bij Hem is en dat ze zich dan gelukkiger voelt dan ooit te voren. Ik ren weg en huil weer. Ik kan haar niet redden, want ze wil zelf bij hem zijn. Ik val in slaap.
Als het al heel laat is word ik wakker. Het licht is uit en alles is donker. Ik wil niet meer slapen. Ik ga uit bed. Ze is in haar kamer. Ik kijk hoe ze slaapt. Ze lijkt gelukkig, maar dat is ze niet. Dat weet ik, want ze is niet bij Hem. Misschien dat ze wel dood wil. Dan kan ze bij hem zijn. Ik wil dat niet. Ik huil. Ze wordt niet wakker. En als ik de kamer weer uit ben en de natte, rode dekens om haar heen heb gewikkeld stop ik met huilen. Het is niet erg, want zij is blij nu ze bij Hem is.
Re: Haar liefde voor Hem
Niet lullig bedoelt maar uit wat voor geest is dit ontsproten, t lijkt wel of je het zelf gedaan zou kunnen hebben
De Hertog- Aantal berichten : 97
Registratiedatum : 11-09-09
Woonplaats : Wageningen
Re: Haar liefde voor Hem
Haha, het was inderdaad in een van mijn wat donkerdere buien, maar vooral uit verveling geschreven.
Schrijvers :: Café :: Eigen Werk
Pagina 1 van 1
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
|
|