Schrijvers
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Nog Bezig: Zonder Naam

3 plaatsers

Ga naar beneden

Nog Bezig: Zonder Naam Empty Nog Bezig: Zonder Naam

Bericht  Artemis di sep 22, 2009 6:45 pm

Ik vind het moeilijk om deze er op te zetten, omdat het al lang geleden is dat ik dit geschreven heb, maar het verhaal zit nog steeds in mijn hoofd, dus ik wil het een keer goed gaan uitwerken. (ben hier niet heel tevreden over) Reacties zijn wel welkom (als er doorheen kunt komen)

Het Begin van het Einde

Simon schrok wakker en keek om zich heen. Hij had een hele nare droom gehad. Tanwen lag naast hem en de kinderen lagen ook nog te slapen. Helemaal bezweet stond hij op en kleedde hij zich aan. Het was erg koud dus ging hij nog even voor de haard zitten. Het vuur was gedoofd, maar het hout smeulde nog na. Simon was bang, hij had deze nachtmerrie al zo vaak gehad. Elke keer weer schrok hij wakker en elke keer weer van die zelfde droom. Hij draaide zich om en keek naar zijn vrouw. Ze lag diep te slapen en had niets gemerkt van de paniekerige dromen van Simon. En de kinderen lagen ook nog te slapen. Thomas en Layla, zo heetten zij. Simon was erg blij met zijn kinderen. Thomas was 15 en was altijd bezig met vechten en trainen. Hij stoeide vaak met ander kinderen in het dorp.Hij wou later weg uit het dorp, en op avontuur gaan, zoals de elfen in de verhalen ook altijd gingen. Layla was 13 jaar. Zij was een stil typje, en de andere meisjes uit het dorp mochten haar niet. Layla was verreweg het knapste meisje uit het dorp, wat de meisjes alleen nog maar jaloerser maakte . Buiten begon de wind te waaien. De ramen begonnen te klapperen dus Simon stond op om ze dicht te doen. Buiten was het wazig en mistig, het miezerde en de maan was bijna niet te zien. Vaag kon hij een paar huizen in het dorp zien, want hier en daar brandde wat licht. Simon woonde in een redelijk groot dorp, maar helemaal aan de rand dicht bij het bos. Wat meer in het midden van het dorp stond een groot beeld met de hoofden van de drie koningen die de mensen hadden gehad. In de verte lag de hoofdweg, en nog achter de hoofdweg, daar lag de tempel. De tempel was honderden jaren geleden gebouwd en werd altijd druk bezocht. Hij was toen gebouwd voor koning Brizay, die na zijn dood tot de heilige van Eyranie was benoemd. Hij was een machtige koning en bovendien de eerst menselijke. Altijd al hadden de elfen de macht gehad over Isilyas, maar sinds dat jaar is dat verandert en hebben de mensen deze macht overgenomen. De tweede koning was niks bijzonders, gewoon een koning zoals de windelfen er ook al velen hadden gehad, maar de koning die nu aan de macht was, was wat minder. Hij was de zoon van een van de Shemaden van vroeger, en ze zeiden dan ook dat hij over duistere machten beschikte. Op de hoofdweg branden fakkels. Bijna elke avond trokken er wel mensen naar de stad, omdat er in het dorp niet zo erg veel te beleven was. Volgens veel mensen was het dorp uitgestorven en had het zijn meest welvarende periode al achter de rug. Bovendien waren er verderop Zompers. Zij vormden altijd al een bedreiging voor het dorp, maar sinds Lindalë koning was waren de opstanden nog feller dan anders. Zompers waren kleine trolachtige wezens die normaal niet geïnteresseerd waren in andere volken, maar wel graag de baas waren. Zij hadden een leider die ze ‘de genezer’ en hun koning noemden alhoewel ze best wisten dat Lindalë de echte koning was. De lichten van de hoofdweg kwamen dichterbij en er was nu zachtjes af en toe wat gepraat of het geluid van voetstappen te horen. Het vuur van de fakkels danste in mooie blauwe, gele en rode kleuren. Simon gaapte en ging weer richting bed. Hij kroop lekker onder de dekens en viel weer in slaap.

De lichten van de weg kwamen als maar dichter bij. Toen er vijf fakkels vlak bij het dorp waren stak er een hardere wind op en waren ze uit. Vijf vreemdelingen stonden in het dorp. De wind begon al weer te liggen, en de mist begon op te trekken. Een uil kraste en er kwam een nieuw lichtje vanaf de weg naar het dorp. Nog geen minuut later kwam er nog een en nog een en zo als maar door. Een lange rij fakkels was op weg naar het dorp. De vijf vreemdelingen keken om zich heen om te kijken of iedereen nog sliep. De torenwachter had echter de fakkels aan zien komen en klom van zijn toren af om te kijken wie daar allemaal aan kwamen lopen en om te vragen wat ze hier kwamen doen. Toen hij bijna bij de vijf vreemdelingen was, die een paar meter bij het dorpsbeeld vandaan stonden, bleef hij plotseling staan. Hij hoorde weer gekras. Het gebeurde niet vaak dat de uilen in het bos zo actief waren. Zeker niet in de buurt van het dorp. Langzaam begon de wachter weer richting de vreemdelingen te komen. Hun omtrekken werden nu duidelijker. Het waren vijf kleine gestaltes en voor hun lengte behoorlijk breed in omvang. Boven op hun klein, gezet lichaampje zat een hoofd die absoluut niet in de juiste verhouding was gemaakt. Hij had verhalen gehoord over deze gedaanten en dat waren geen beste! Het waren Zompers. Als een totaal op hol geslagen stier, rende de torenwachter terug naar zijn toren, klom de trap op en luide zijn bel.

Opnieuw werd Simon wakker. Zijn vrouw zat rechtop in bed en Thomas stond uit het raam te kijken. Layla stond verschrikt in een hoekje te beven. Simon kwam ook overeind en begon zich opnieuw aan te kleden. Hij liep naar het raam en raakte totaal in paniek. Vlug rende hij terug naar het bed, trok zijn vrouw er uit en gebaarde de kinderen dat zij mee moesten komen. Buiten was er een gigantische chaos. Overal renden mensen, totaal in paniek, alle kanten op. Huizen stonden in de brand, het dorpsbeeld van koning Lindalë lag, gebroken, op de grond. Vrouwen gilden en kinderen huilden, mannen liepen zo snel mogelijk naar de opslagplaats om de jachtwapens te pakken, maar kwamen er meestal niet aan. De Zompers liepen rond met knuppels die minstens zo groot waren als zijzelf en stonden er in het wilde weg mee te zwaaien of hadden fakkels en staken nog meer huizen in de brand. Simon en zijn familie waren ook het huis uitgekomen en renden richting het bos. Luid schreeuwend kwam een groep Zompers er achter aan en de familie ging nog harder lopen. Tanwen gilde en rende zo hard als ze kon en Thomas daar vlak achteraan proberend om niet te huilen en ten slotte Simon die Layla had opgetild omdat ze verstijft was van angst. Toen ze in het bos waren, hadden ze wat meer afstand van de achtervolgende Zompers. Simon verstopte Layla, maar kon zelf geen schuilplaats vinden en begon hard verder te rennen, achter Thomas en Tanwen aan.

Daar lag ze dan, zachtjes snikkend en niet wetend wat ze moest doen. De Zompers waren al een poosje geleden weer langs gekomen, maar er was nog steeds geen teken van de rest van haar familie. Layla stak haar hoofd uit het vossenhol, waar ze in zat gepropt, om te kijken of ze er al aankwamen. Er was niks te zien. Niks anders dan een grote dikke rookpluim in de verte, op de plaats waar eens haar prachtig mooie dorp lag.

“Volgens me slaapt ‘t” zei een donkere, zware stem,“moeten we ‘t meenemen?” Er klonk geroezemoes dus de stem was niet alleen. Layla werd voorzichtig opgetild. Ze had haar ogen nog dicht en was half bang en half benieuwd over wat er gebeurde. Ze kreunde even slaperig en meteen stond het persoon dat haar tilde stil. “is ‘t wakker?””Nee, volgens me niet”. Langzaam kwam het groepje weer opgang, maar dit keer rustiger en voorzichtiger dan de vorige keer.
Layla had geen idee hoe lang ze op de schouder van de man had gelegen, maar er waren in elk geval al uren voorbij en Layla had nog steeds geen oog open gedaan. Ze lag op een zacht stukje grond, in de schaduw. Voorzichtig probeerde Layla door een spleetje in haar oog te kijken, maar ze zag niets omdat ze met haar gezicht naar een steen toe lag. De grond was hier op veel plaatsen nat en drassig en Layla lag waarschijnlijk op een van de weinige stukjes droge grond. Het stonk er een uur in de wind alsof iemand net rotte eieren had staan koken. Een eindje bij haar vandaar hoorde ze een paar mannen wat zeggen al kon ze er niks van verstaan. Voorzichtig probeerde ze zich om te draaien, maar dat wou niet, want haar rug deed verschrikkelijke pijn. Ze kon zich echter niet herinneren waar dit van kwam. De mannen waren opgehouden met praten en het was nu doodstil. De wind begon zachtjes te waaien en de stank werd nog afgrijselijker. Zelfs de mestbult op de boerderij stonk niet zo erg als dit. Plotseling stonden er een paar leren laarzen voor haar gezicht. Ze keek naar wat er boven die laarzen zat en zag een klein dik ventje met grote handen en een dikke zwarte baard. Hij was ontzettend bruin en zijn huid leek wel van leer zo uitgedroogd was het. Een grote gele grijns bedekte zijn gezicht toen hij zag dat Layla hem aankeek. Het duurde even voordat Layla besefte dat ze nu oog in oog stond met een Zomper.

Bij de Zompers

Wil ’t wat drinken?” Vroeg de Zomper met nog steeds die brede grijns op zijn gezicht. “Heeft ’t dorst?” Layla was nog niet over de schok heen gekomen en durfde niets te zeggen. De Zomper liep weg en kwam even later aanzetten met een kommetje. In het kommetje zat een vreemde vloeistof. “ Wat is dat?” Vroeg Layla met een hees stemmetje. “Drink maar, Drink maar” Voorzichtig bracht Layla het kommetje aan haar lippen. Ze deed het echter weer naar beneden voordat ze een slok had genomen. De Zomper schudde zijn hoofd en liep weg, nog steeds met die zelfde glimlach. Layla keek in het kommetje. Heel vaag kon ze haar spiegelbeeld zien terug kijken. Het zag er heel anders uit dan anders. Haar gezicht leek ouder geworden en haar blonde haar was lang en smerig. Hier en daar op haar gezicht zaten krassen en haar blauwe ogen leken feller dan ooit. Ze zette het kommetje weg en probeerde te staan. Haar benen konden haar gewicht echter niet dragen en ze plofte weer op de grond. Haar kleren waren stuk en versleten Overal in haar kleren zaten scheuren en het was bedekt met modder en andere vieze troep. Layla ging rechtop zitten en keek om haar heen. Ze was op een plaats die ze nog nooit van haar leven had gezien. Het was een grote openvlakte met hier en daar grote plassen water. De grond was er mossig en drassig en er groeiden planten de ze in het bos nog nooit had gezien. Hier en daar stond een hutje dat gemaakt was van die zelfde modderige troep als op de grond en heel af en toe kwam er een Zomper uit zo’n hutje, die bij het zien van de felle zon snel weer naar binnen ging. Uit het hutje achter haar kwam weer die Zomper met zijn zwarte baard, maar dit keer niet alleen. Een Zomper die uitermate groot was voor een Zomper, en zelfs voor een mens nog redelijk groot zou zijn, stapte naast hem op Layla af. “Je moet drinken mensenkind, anders droog je uit.” Zijn stem klonk anders dan die van alle andere Zompers. Heel lief en onschuldig en plotseling besefte Layla dat dit een vrouwelijke variant moest zijn. De Zomper pakte het kommetje en gaf het aan Layla. Heel voorzichtig nam ze een slok. Het was een plakkerig drankje dat absoluut niet slecht smaakte, het was zoet en maakte Layla helemaal warm van binnen. Ze keek de Zomper aan en zag dat ze glimlachte. Niet die enge, gele glimlach van de Zomper met de zwarte baard, maar een lieve, troostende glimlach. De vrouw knikte naar de andere Zomper en liep weg. De Zomper met de baard tilde Layla, een beetje ruw, op en nam haar mee naar het hutje waar de vrouw in was verdwenen. Binnen werd ze op een zacht stukje grond gelegd en viel ze al snel in slaap.
Toen Layla haar ogen weer open deed was ze alleen in het hutje. Ze lag onder een dekentje en zag dat haar kleren naast haar op de grond lagen. Ze waren gewassen en het leek alsof iemand geprobeerd had om ze te repareren. Haar rug deed niet meer zo zeer en ze dacht dat ze wel weer kon staan, maar durfde het nog niet te proberen. Het hutje was klein en knus en er pasten niet veel mensen in. Aan de andere kant van het hutje hing een gordijn waarvandaan heerlijke geuren kwamen. Layla ging rechtop zitten en na een paar minuten kwam de vrouwlijke Zomper weer binnen. “Ben je al weer wakker?” vroeg ze terwijl ze naar het gordijn toe liep. “Ik heb wat eten voor je klaar gemaakt. Dat kan dat magere lijfje van je wel gebruiken”. Layla keek onder de dekens. Ze was inderdaad wat mager. Ze had immers niet veel kunnen eten in het bos en nu ze er zo over na dacht, had ze eigenlijk ook best wel honger. De Zomper zette een kommetje soep naast Layla, pakte zelf ook een kommetje en ging bij haar zitten. Nu Layla haar eens goed bekeek zag ze dat deze vrouw best knap was, terwijl er altijd werd gezegd dat Zompers oerlelijk waren. Het was een paar minuten stil in het hutje en Layla begon zich hierdoor erg ellendig te voelen. In een poging om de stilte te verbreken vroeg ze: “heeft U mijn kleren gewassen, mevrouw?” De Zomper glimlachte en knikte. “Noem me toch Franka”. Franka? Was dat een Zomper naam? Ze had om de een of andere reden altijd gedacht dat Zompers van die onuitspreekbare namen hadden. Franka keek haar geïnteresseerd aan. “mag ik je vragen waar je vandaan komt?” Vroeg ze. Layla aarzelde. Wat zou er gebeuren als ze vertelde dat ze woonde in het dorp dat de Zompers vernield hadden? Zou ze daarvan weten? Of waren het andere Zompers? “ Ik kom uit het bos ” zei ze. “En woonde je daar helemaal alleen?” “Ja”. Maar was dat wel zo? Opeens herinnerde Layla zich de andere mensen die in het bos moesten zijn geweest. Of zouden het geen mensen, maar Zompers zijn geweest? “Maar waar ben je dan geboren?” “In het ….” Layla had de woorden er bijna uitgefloept. “Ja?” Layla raakte in de war van al die lastige vragen. Ze voelde zich helemaal niet meer zo prettig bij Franka. Franka leek dit echter door te hebben en hield over dit onderwerp op. Het werd weer stil en de twee aten zwijgend hun soep op. Toen ze het beiden op hadden op hadden vroeg Franka of ze Layla zou helpen met aankleden.
Een paar dagen bleef Layla in het hutje en kwam ze er niet buiten. Ze verveelde zich dood en wou dolgraag weg. Franka had haar echter verteld dat dat niet veilig voor haar zou zijn. Franka was ook bijna de hele dag in het hutje. Af en toe ging ze even weg en kwam ze terug met eten of andere spulletjes. Layla kreeg veel te eten van Franka. Zij bleef maar klagen over hoe mager ze was en dat ze goed moest eten. ’s Middags was het altijd warm buiten en sliep Franka. Voor ze ging slapen vertelde ze soms een verhaal. Meestal gingen die over Zompers die grote daden hadden gedaan. De laatste middag vertelde ze echter een ander verhaal. Het ging over koning Lindalë . Lindalë had de Zompers veel onrecht aangedaan. Ze moesten nu op de vervelendste plekjes wonen door hem en werden verbannen uit de steden waar mensen woonden. Lindalë had valse geruchten verspreid over dat Zompers de kinderen van mensen zouden stelen en ze dan aan andere ouders zouden verkopen. Ook vertelde Franka over Layla’s dorp. Ze zei dat daar vroeger Zompers hadden gewoond, maar dat die waren weg gejaagd en pas over een paar jaar de grond weer geschikt zou zijn voor Zompers om op te wonen. Toen Layla dit hoorde kreeg ze tranen in de ogen. Ze had verdriet om haar dorp, maar ook omdat mensen soms zo raar konden doen als het ging om andere wezens.
Na een paar dagen zei Franka dat Layla mee mocht naar buiten, omdat het voor de Zompers vandaag een speciale dag was. Buiten was het donker en het veldje dat, toen Layla er kwam, zo rustig was, was verandert in een plaats met overal Zompers. Honderden Zompers.
Zomper Markt
Layla kon haar ogen niet geloven. Het was zo ontzettend druk op dat openveld dat ze Franka niet uit het oog probeerde te verliezen terwijl ze tussen de menigte door liepen. Het bleek dat er een soort markt was of zo. Overal waren Zompers die schreeuwden en kleine kraampjes waarop allerlei dingetjes verkocht werden. Van de meest gewone dingen als paardebloemen en kastanjes tot zeldzame dingen als Windelfvleugels en Koboldenslijm. Franka stopte even bij een kraampje en gebaarde dat Layla even moest komen. Op het kraampje lagen verschillende stoffen. Franka bekeek Layla even van top tot teen en kocht toen een grote lap licht blauwe, linnen stof. Een paar kraampjes verder legde ze de stof neer voor een Zomper die maar net boven haar heupen uit kwam en zei iets onverstaanbaars. De Zomper pakte gelijk een doosje en begon spelden op de juiste afmetingen voor Layla te prikken. Na een tijdje bezig te zijn geweest had Layla een soort geïmproviseerde jurk aan. Het zag er slordig uit, maar stond haar ondanks redelijk goed. Franka betaalde de Koopman en liep verder. Layla volgde Franka helemaal naar de andere kant van de markt. Het was hier minder druk maar er werd hier wel twee keer zo hard geschreeuwd. Aan de linker kant, op het meest droge stukje van het hele gebied stond een groot,houten podium. Boven op dat podium stond de Zomper met de zwarte baard. Hij keek niet zo vrolijk, maar toen hij Franka en Layla zag, kwam er weer een vieze, gele glimlach te voorschijn. Hij praatte even met Franka en wenkte toen dat Layla achter hem aan moest komen. Ze liepen naar een nieuw hutje waar Zompers voor stonden te wachten. Ze stonden allemaal te duwen en te trekken en probeerden bij de ingang van de hut komen. Toen Layla en de baarden Zomper er aankwamen ging iedereen echter meteen aan de kant en konden ze er langs. Zodra ze binnen waren begon het getrek en geduw buiten weer van voren af aan. Layla moest tegen een muur gaan staan waar allemaal streepjes en getalletjes op stonden. De Zomper keek aandachtig naar het streepje dat vlak bij het hoofd van Layla was en kraste iets in een stukje hout dat op een mooi klein tafeltje lag. Daarna tilde hij haar even op en begon daarna steeds stenen op te tillen en weer neer te leggen. Toen hij hier mee klaar was kraste hij weer iets op het stukje hout en gebaarde dat Layla op het stoeltje in de hoek moest gaan zitten. Hij liep naar buiten en liet Layla helemaal alleen achter.
Na een paar minuten kwam de Zomper weer binnen en volgde Layla hem naar buiten. De Zompers die voor de hut hadden gestaan stonden nu een eindje verder op nieuwsgierig naar het podium te kijken. Ze stonden blijkbaar allemaal ergens op te wachten. Net toen Layla bezig was met het bedenken van wat er op dat podium zo gaan gebeuren. Stapte de Zomper met de baard het podium op en begon te spreken. “Het is een hele tijd geleden sinds we voor het laatst onze tradities hebben kunnen volgen.” Gejoel en heftig geknik kwam vanuit de toeschouwers. “Maar vandaag is het weer zover, vandaag kunnen we voor het eerst sinds tijden onze tradities laten herleven.” De Zompers juichten en sommige moesten zelfs een traan uit hun ogen verwijderen. Franka kwam naast Layla staan en leek erg gelukkig. “Nu gaat het gebeuren” Fluisterde ze in Layla’s oor. Ze loodste haar mee het podium op. Nu kon Layla zien dat midden op het podium een paal stond. Ze vond het maar niks om op dat podium te moeten staan en wou weer weg lopen, maar Franka hield haar stevig vast en duwde haar richting de paal. De Zompers die om het podium heen stonden staarden haar aan en graaiden snel in hun vieze broekzakken naar kleine dingetjes die er waardevol uitzagen. Layla stond bij de paal en werd ontzettend zenuwachtig. Waarom keken die Zompers haar zo aan? Waar stonden ze op te wachten. Franka pakte Layla’s hand beet en haar andere ook. Ze deed ze achter uit en bond ze toen vast aan de paal. Nu begon Layla ontzettend bang te worden. Ze wist niet wat er ging gebeuren, maar het zag er slecht voor haar uit. Franka ging voor aan het podium staan en zei toen: “Ik heb hier een gezond mensen kind, ze kan werken, schoonmaken, koken en …”. “Kun je ook weven?” vroeg ze aan Layla die haar hoofd schudde. “Ze kan niet weven, maar is wel erg handig.” De Zompers in het publiek begonnen nu met elkaar te praten en overleggen en toen het weer stil zei Franka dat de bieding kon beginnen. De Zompers schreeuwden door elkaar heen en hielden allerlei mooie, versierde spulletjes omhoog. “Ik bied twee vazen en een gouden sleutel” schreeuwde een. “Ik bied vier koboldenwratten en een tuinkabouter” zei een ander. En zo werd er heen en weer geschreeuwd. Franka keek handenwrijvend om zich heen en scheen erg veel plezier te hebben. Plotseling sprong er een gedaante in zwarte mantel op het podium. Hij liep langzaam en dreigend naar Franka die geschrokken leek en achteruitdeinsde, totdat ze op de rand van het podium stond. “Ik bied jou leven” zei hij. Hij trok zijn zwaard en hield die dreigend tegen Franka’s keel. “ohhh… ben jij het?” zei Franka met een pieperig stemmetje. “hèhè.. ik het je ehhm.. niet verwacht vandaag.” De spanning bij de Zompers in het publiek nam ook toe en sommigen fluisterden tegen elkaar “Het is de prins!!”. De prins haalde het zwaard bij Franka’s keel vandaan en liep naar Layla toe. Hij haalde een klein mesje onder zijn mantel vandaan en sneed daarmee de touwen om Layla’s handen door, Zodra ze los was wou ze het op een lopen zetten, maar de prins hield haar tegen en fluisterde in haar oor: “Jij moet eerst op mij wachten.” Hij liep naar Franka siste zachtjes iets tegen haar en liep daarna, gevolgd door Layla, het podium af.
Layla rende heen en weer door het hutje van Franka. Ze pakte zo snel mogelijk alle spullen die ze nodig had om te kunnen overleven en zou er dan vandoor gaan. Waar ze naar toe zou gaan wist ze nog niet. Ze wist de weg naar het bos niet, bovendien had ze niet zo veel reden om terug te gaan naar het bos. Ze wist wel waar ze heen wou… maar of dat ook echt mogelijk was. Ze had altijd al eens naar Eyranie, de hoofdstad van Isilyas willen gaan. Buiten stond de prins op haar te wachten. Hij zei dat ze het eerste stuk met hem mee moest reizen, zodat ze veilig buiten bereik van de Zompers zou zijn. Wat ze daarna zou doen moest ze zelf maar weten.

De Vlucht met een Prins

Stilletjes liep Layla naast de prins. Ze liepen al een poosje en Layla had geen idee waar ze heen gingen. Ze durfde de prins niks te vragen, ook al was ze ontzettend nieuwsgierig naar wie hij was. Plotseling bleef de hij staan. Hij keek naar Layla en voor het eerst kon ze zijn gezicht zien. Hij had zwart haar, en hij bleek veel jonger te zijn dan Layla eerst dacht. Hij kon niet veel ouder dan zij zelf zijn. Hij luisterde aandachtig naar de geluiden op het openveld en vroeg aan Layla of ze nog genoeg kracht over had om een sprintje te trekken. “De Zompers zitten achter ons aan en, hoewel ik ze allemaal makkelijk aankan, spaar ik mijn krachten liever voor wat moeilijkere tijden” gaf hij als verklaring. Layla knikte ten teken dat ze hem begreep en maakte aanstalten om weg te rennen. Net toen een eindje verder op een groepje Zompers van een heuvel af kwam dalen, zetten de twee het op een lopen. Ze renden richting het bos dat een eindje verder op stond. Eenmaal in de beschutting trok de prins Layla op de grond en duwde haar in de bosjes. Enkel minuten lagen ze daar voor de Zompers in beeld kwamen. Ze hadden blijkbaar geen idee waar het tweetal zich verstopt had, maar kwamen ook niet het bos in. Zodra de Zompers uit beeld waren stond de prins op en begeleide Layla een stukje verder het bos in. Toen de bomen steeds dichter op elkaar gingen staan en ze duidelijk in het hart van het bos waren hield het tweetal halt voor de nacht. Van het hout dat overal rondom hen te vinden was maakte de prins een vuurtje en ging er aan zitten. Layla keek hem vanuit de schaduw aan. Hij had haar leven gered, maar deed zelf alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Plotseling bedacht ze dat ze hem nog helemaal niet bedankt had voor de reddingsactie en twijfelend liep ze richting het vuur. ‘Ehhm ….’ De prins bleef naar het vuur staren en keek Layla niet aan. “Wat je voor me gedaan hebt…ik..ehh…bedankt” De prins keek haar aan. Hij leek even na te denken en stond toen op. ‘Ik heb me geloof ik nog niet voorgesteld’zei hij plots. “Ik ben Prins Hayeth. Zion Hayeth”. Layla had nog nooit van deze prins gehoord en vroeg zich af waar hij dan vandaan kwam. ‘En wie ben jij?’. ‘Ik ben Layla, gewoon Layla’ De prins keek haar nog even aan en pakte toen verschillende dingen uit de zak die hij had meegenomen. Hij wierp Layla een deken toe, wikkelde zichzelf comfortabel in een deken en zonder verder nog een woord te zeggen sliep hij. Layla kon niet zo makkelijk in slaap komen. Om haar heen hoorde ze de geluiden van het bos en na alles wat er vandaag gebeurt was waren die om de een of andere reden beangstigend. Het vuur brandde nog zachtjes, maar na een tijdje ging die ook uit en was het pikkedonker. Layla probeerde in slaap te komen, maar ze was bang. Er was te veel gebeurt. Haar ouders waren weg, haar dorp platgebrand en daar lag ze dan, midden in een onbekend bos met een prins waar ze nog nooit van had gehoord.

Het duurde uren voor Layla eindelijk in slaap was gevallen en toen ze de volgende morgen door de prins werd gewekt was ze nog lang niet uitgerust. Toen hij echter vertelde dat hij die ochtend op verkennen was uitgeweest en grote groepen Zompers langs de rand van het bos had ontdekt, begon had paniekerige gevoel va de avond daarvoor weer terug te komen. Snel pakte het tweetal de spulletjes bij elkaar om de reis voort te zetten. ‘Hier hou dit bij je’. Layla keek naar het mes dat ze net van de prins overhandigt had gekregen. Ze wou het liever niet gebruiken, maar iets binnenin haar zei dat het er waarschijnlijk toch wel van zou komen. Na het mes veilig te hebben opgeborgen zette Layla de reis, samen met de prins, voort. Het was een rustige ochtend die ze voornamelijk besteedden om het bos te doorkruisen. Layla mocht graag even blijven staan om een vogeltje of gekleurd insect te bekijken, maar de prins liep gewoon door, zodat Layla telkens als ze bleef staan weer de achterstand moest inhalen. Pas tegen de middag hield de prins stil voor een korte rustpauze. ‘Vanaf hier is het nog hoogstens twee uur naar de rand van het bos. Als we opschieten kunnen we vanavond in Humsville overnachten.’ Plotseling drong het tot Layla door hoe ver ze van huis was. Ze had de prins alsmaar gevolgd, maar had er niet over nagedacht wat ze daarna zou gaan doen. Ze was nu zo ver van huis dat het onmogelijk leek om haar ouders nog terug te vinden, voordat die de zoektocht naar haar zouden staken en naar een ander dorp te gaan om en nieuw bestaan, zonder haar, te gaan leiden. Maar de problemen werden al gauw erger, want toen ze haar probleem aan de prins vertelde zei hij dat het te gevaarlijk was om terug te gaan nu de Zompers nog boos waren en waarschijnlijk naar hun zochten. ‘Bovendien kun je de weg alleen nooit terug vinden en er zijn meer gevaren dan alleen Zompers. Gevaren waarbij je aan dat mes niet zoveel hebt.’ Er zat de komende paar dagen niks anders voor Layla op dan met de prins mee te gaan. ‘Ik reis naar het noorden’ zei hij ‘als je met me mee gaat kun je over een week naar het westen buigen en gaan naar de grote stad. Je hebt een grote kans dat je ouders daar ook heen zullen gaan.’ Dit idee stond haar niet echt aan. Haar ouders waren boeren en hadden niks in de grote steden te zoeken, maar het zag er naar uit dat ze toch geen keus zou hebben en dat het nutteloos zou zijn om in discussie te gaan met de prins. Ze kende hem amper, maar had heel sterk het gevoel dat je hem beter vriend kon houden. Hij mocht dan jong en stil zijn, het zwaard op zijn rug en zijn kille, donkere ogen spraken van een geheim waar zij niets vanaf wist. Layla was wel nieuwsgierig geworden naar de prins. Ze had nooit van hem gehoord dus kon hij moeilijk uit een groot koninkrijk komen. Hij moest al ver uit het westen komen, want bijna alle landen ten zuiden of oosten van Isilyas werden geregeerd door de adel van de grote steden. Alleen in het westen waren nog echte koninkrijken. Men zei dat er vroeger elfen in die streken woonden en dat er iets magisch was, en hoewel niemand nog in zulke sprookjes geloofde waren ze toch bang om in die landen te komen. Maar weinigen gingen naar die landen toe en allen kwamen ze terug, bevend van angst en krankzinnig lachend in hun slaap. Er was daar beslist iets al wist niemand wat.

Na de middag rust liepen ze op een hoger tempo dan eerst. Prins Hayeth leek haast te hebben en was vastbesloten om die dag nog in Humsville aan te komen. Het bos had nu plaats gemaakt voor een met grasbedekt heuvellandschap en hier en daar werden kleine dorpjes zichtbaar. Langs het pad dat ze volgden stond hier en daar een huis. Vaak oud en verlaten en slecht af en toe bewoont. Grote zwarte honden liepen dan in de tuin op wacht en waren soms een kilometer verder op nog te horen met hun geblaf. De reis naar Humsville verliep zonder problemen of ook maar enigszins met iets dat op een ontmoeting met een mede reiziger leek. Humsville was een klein, maar niettemin gezellig stadje. Er stonden herbergen langs de weg en in elke herberg klonk wel het geluid van gelach en gezang. Ze liepen wat verder het stadje in tot ze bij een herberg kwamen die de prins goed genoeg leek om te overnachten. Er hingen oude, rafelige gordijnen voor het raam dat vies en stoffig was. Het gebouw zag er onverzorgd uit. Layla keek haar metgezel vragend aan. “We moeten ergens overnachten en aangezien jij waarschijnlijk geen geld bij je hebt zal ik voor je moeten betalen en nemen we dus de goedkoopste herberg die er is.” Het idee hier te overnachten stond Layla enigszins tegen, maar alles was beter dan in de openlucht. Bovendien leek het al behoorlijk aardig van de prins dat hij bereid was om te betalen voor haar. Ze kon onmogelijk klagen over het feit dat hij de goedkoopste uitkoos.

De deur kraakte toen deze werd opengeduwd en een kleine ronde gelagkamer werd zichtbaar. Er stonden twee tafels met acht stoelen en in de haard brandde een vuur. Aan de rechter kant van de ronde kamer stond een deur half open en een vaag, blauw schijnsel kwam achter de deur vandaan. De prins ging aan een van de tafels zitten zonder de moeite te nemen om eerst zijn reismantel af te doen of zijn zak op te bergen. Zijn kap hing over zijn ogen en in de schaduw van de haard was zijn gezicht niet meer dan een schim. Plotseling ging de deur aan de rechterkant open en kwam een oude man de kamer binnen. Hij keek de prins even aan en zei toen: “Eten?”. Zion knikte en de man liep weer terug naar de deur. Even later kwam hij met twee borden brood en grote gevulde bekers de kamer weer binnen. Hij gaf ze aan de het tweetal, dat nu afwachtend aan het tafeltje zat, en liep zonder een woord te zeggen de kamer weer uit. Layla voelde zich nu helemaal niet meer op haar gemak. De oude man leek onaardig en een naargeestige sfeer hing er in de met het geluid van knisperend vuur vervulde kamer. De sfeer verbeterde die avond niet. Terwijl ze hun brood aten kwam hij niet meer opdagen en pas toen ze het al een tijdje op hadden en zwijgend naar het vuur hadden zitten staren, kwam hij naar hen toe om hen de weg naar hun kamer te wijzen. Het stelde niet veel voor, die kamer, maar er stonden twee opgemaakte bedden en er kon geslapen worden. Onder de kier van de deur scheen nog het blauwe licht waar de hele hal mee was verlicht. Het licht was afkomstig van een soort olielampen die ongelofelijk lang mee konden. Hoewel het licht flauw was was het genoeg om de hal mee te verlichten en om te voorkomen dat je tegen een van de vele kasten die er stonden op te lopen. Zodra het tweetal in hun kamer was ging Layla op bed liggen en viel ze al snel in slaap. Ze was zo moe van de reis en de gebeurtenissen dat ze geen stap meer kon verzetten. En hoewel het in haar herinnering slecht even geleden had geleken dat ze door de Zompers overvallen werd in haar dorp, was ze al twee dagen weg uit haar dorp en weg van haar familie.

Gapend werd Layla de volgende morgen wakker. Het bed van de prins was leeg waaruit ze op kon maken dat hij al wakker was. Ze deed haar schoenen, die ze de vorige avond nog net had uit weten te schoppen toen ze naar bed ging, aan en liep door de blauwverlichte gang naar de gelagkamer. Er stond een bord met brood op het tafeltje waar ze gister aan had gezeten, maar van de prins was niets te bekennen. Ze at het brood op en ging toen voor de haard zitten wachten op prins Zion Hayeth.

Nieuw Hoofdstuk

Zion liep door de straten van Humsville. Zijn mantel droeg hij strak om zich heen en zijn kap zat zorgvuldig over zijn hoofd getrokken, zodat geen van de voorbijgangers hem zou zien. Af en toe stond hij stil en bewoog dan niet, hield alleen zijn mantel nog steeds stijf om hem heen en liep daarna weer verder. Hij kende de weg hier redelijk omdat hij wel vaker langs het dorp was gekomen. Hij had in zijn leven al vele reizen gemaakt met allemaal een ander doeleinde. Hij kwam uit een ver land dat hier niet bekend was en waar ook niemand in geïnteresseerd was. Maar weinig mensen hadden ooit van het land gehoord en de weinige mensen die er wel van hadden gehoord schonk er geen aandacht aan, omdat het nooit van enig belang was geweest. Daar zou echter een verandering in komen. Het land zou van grote betekenis kunnen zijn nu er zoveel dingen stonden te gebeuren. Dingen die misschien nog wel onbekender waren dan het land waar hij vandaan kwam. Straat na straat liep hij door het dorp, dan weer links dan weer rechtsafslaand. Geen mens zou hem volgen. Ook geen mens die ooit zou weten dat hij er ooit geweest was, niemand. Behalve dan misschien het meisje. Zion begon zich steeds meer af te vragen waarom hij haar gered had. Hij kon haar niet gebruiken op zijn gevaarlijke tocht en ze zou hem alleen maar in de weg staan. Zodra ze in een van de grotere steden zouden komen zou hij haar daar haar eigen weg laten gaan. Hij had weinig met haar gesproken. Zijn komst moest geheim blijven voor velen en hij moest zo min mogelijk aan haar vertellen. Toch was hij benieuwd… Ze was een erg rustig persoon, dat had hij wel gemerkt en toch was er iets… iets dat hij niet helemaal kon thuisplaatsen. Het gaf hem het gevoel dat hij haar misschien nodig had als gezelschap op zijn lange, eenzame reis. Voor hem stond het gebouw waar hij naartoe wou. Onheilspellend hoog stond het daar. De grote poorten stonden open. Zion liep de laatste treden naar de deur omhoog en ging naar binnen.

Hij kwam in de grote hal van het gebouw. De marmeren vloer bloedrood, en de muren beschaduwt van het weinige licht dat er was. Dit was een van de oude tempelen. Lang geleden werden hier de goden aanboden door priesters die zichzelf de Shemaden of gelovigen noemden. Niemand wist precies wat er met ze gebeurt was. Volgens verhalen deden ze dingen, dingen die niet gedaan mochten worden. Ze werden verdreven en achterna gezeten. Niemand had ze ooit weer gezien. De tempel werd nu gebruikt als bibliotheek, maar had nog steeds iets duisters over zich. Zion wist niet precies waar hij naar zocht. Hij moest dingen uitzoeken, informatie, en uitvinden waar hij nu naartoe moest. Hij nam gelijk de eerste afslag rechts en kwam in een van de vele zalen. Lange rijen kasten met boeken stonden in deze zaal, afgewisseld door tafels die bezaaid waren met stukken perkament. Er was niemand te bekennen. De bibliotheek had zelden bezoekers, omdat alle boeken die er in stonden verouderd waren en enkel informatie boden over het verleden. Zion had geen idee wat hij met de boeken moest. Hoe konden ze hem nou helpen als er alleen informatie instond over het verleden? Toch was Mermidon erg duidelijk geweest. Hij moest in deze bibliotheek iets vinden dat hem kon helpen. Langzaam liet hij zijn hand glijden over de ruggen van de oude boeken. Sommige boeken waren al zo oud dat de titels onleesbaar waren geworden. De andere boeken bevatten titels als: “Huizen: hoe en wat 100 jaar geleden”, of “Hoe ontstonden medicijnen ”. Vele boeken ging hij bij langs en sommige sloeg hij zelfs even open, maar niet een boek kon hem helpen . De meeste waren zo oud dat de inkt vervaagd was en andere waren geschreven in talen die hij niet kon lezen. Er was zelfs één boek met de titel: “De Laatste Vampier” die leek te zijn geschreven met bloed. Het was donkerrood en sommige bladzijden waren er zo van doordrenkt geweest dat de tien daaropvolgende bladzijden er ook nog aan vast plakten. Hij bleef zo maar zoeken en zoeken en het koste hem veel tijd, te veel tijd, om niet te vinden wat hij zocht.

Layla had een paar uur voor de haard zitten wachten toen ze besloot om maar eens wat te gaan doen. Het dorpje as groot genoeg om even doorheen te wandelen en misschien was er ergens nog wel wat te doen. Layla was behoorlijk geschrokken geweest van de gebeurtenissen van de afgelopen dagen. De tijd leek snel voorbij te gaan en er gebeurden dingen die ze niet kon plaatsen. Voor het eerst dacht ze na over de gebeurtenissen van Die avond. Waarom hadden de Zompers aangevallen? Alles was erg vaag in Layla’s geheugen. Ze had nog half liggen slapen en was al weg getild door haar vader voor ze doorhad wat er was gebeurt. Ze vroeg zich af wat er met haar ouders was gebeurt of met Thomas. Ze zou naar hen moeten zoeken. Ze zou niet weten waar ze moest beginnen, maar ze moest hen vinden. Ze had te weinig verstand van de wereld om zichzelf te redden en zou het niet eens willen als ze het wel had gekund. Haar broertje zou wat dat betreft misschien sterker zijn. Hij was altijd bezig met zogenaamd op ‘zwerftocht’ zijn en leren om zichzelf te redden. Hij wou als hij ouder was er op uit en avonturen beleven en een held worden zoals altijd het geval was in de verhalen die vader altijd vertelde. Layla was heel anders. Ze was rustiger en was meer thuis. Ze hielp haar moeder met alle klusjes en hielp soms met koken. Haar moeder leerde haar alles, zodat ze een goede vrouw kon zijn als ze later ging trouwen.
Artemis
Artemis
Admin

Aantal berichten : 142
Registratiedatum : 10-09-09
Leeftijd : 33
Woonplaats : Assen

http://drakey90.blogspot.com/

Terug naar boven Ga naar beneden

Nog Bezig: Zonder Naam Empty Re: Nog Bezig: Zonder Naam

Bericht  richard wo sep 23, 2009 11:25 am

De schrijfstijl vind ik op zich wel lekker weglezen, die zit goed in elkaar.

Ik kom er alleen niet makkelijk doorheen, omdat dit ook niet echt mn genre is. Je zet niet bestaande figuren wel op een leuke realistische manier neer Wink

Moet nog even verder lezen Smile
richard
richard

Aantal berichten : 28
Registratiedatum : 14-09-09
Leeftijd : 32
Woonplaats : Utreg

Terug naar boven Ga naar beneden

Nog Bezig: Zonder Naam Empty Re: Nog Bezig: Zonder Naam

Bericht  Artemis do sep 24, 2009 5:03 pm

Ik denk dat het sowieso lastig is om doorheen te komen, ook al is het wel je genre. Ik zat wel met een leuk verhaal, maar volgens mij weet ik gewoon niet te boeien. Ik weet niet wat het is ben gewoon nog verre van tevreden.
Artemis
Artemis
Admin

Aantal berichten : 142
Registratiedatum : 10-09-09
Leeftijd : 33
Woonplaats : Assen

http://drakey90.blogspot.com/

Terug naar boven Ga naar beneden

Nog Bezig: Zonder Naam Empty Re: Nog Bezig: Zonder Naam

Bericht  Linni vr sep 25, 2009 12:17 pm

Ik snap wel wat je bedoelt, het lijkt me op zich wel een potentieel leuk verhaal, maar nog net niet, of zo.

Misschien kan je proberen de dingen wat gedetailleerder te beschrijven en wat meer achtergrondinformatie te geven: ik kan me nog niet zo veel voorstellen bij de Zompers, bijvoorbeeld.
Linni
Linni

Aantal berichten : 17
Registratiedatum : 17-09-09
Leeftijd : 34
Woonplaats : Rotterdam

https://www.youtube.com/sannelovesmusic

Terug naar boven Ga naar beneden

Nog Bezig: Zonder Naam Empty Re: Nog Bezig: Zonder Naam

Bericht  Artemis vr sep 25, 2009 4:05 pm

Linni schreef:Ik snap wel wat je bedoelt, het lijkt me op zich wel een potentieel leuk verhaal, maar nog net niet, of zo.

Misschien kan je proberen de dingen wat gedetailleerder te beschrijven en wat meer achtergrondinformatie te geven: ik kan me nog niet zo veel voorstellen bij de Zompers, bijvoorbeeld.

Veel achtergrond informatie kan pas gaandeweg het verhaal komen, omdat het cruciaal is voor dit verhaal. Dit is weer zo'n typisch fantasy verhaal waarbij het verleden opspeelt en problemen veroorzaakt in het heden. Daardoor is het moeilijk om bepaalde achtergrond info wel of niet te geven. Over de Zompers moet in het tweede hoofdstuk wel meer duidelijk worden, maar het blijft lastig. Ik heb een keer een tekening van ze gemaakt en ik zal eens kijken of ik die weer kan vinden om toe te voegen.
Artemis
Artemis
Admin

Aantal berichten : 142
Registratiedatum : 10-09-09
Leeftijd : 33
Woonplaats : Assen

http://drakey90.blogspot.com/

Terug naar boven Ga naar beneden

Nog Bezig: Zonder Naam Empty Re: Nog Bezig: Zonder Naam

Bericht  Artemis vr sep 25, 2009 4:48 pm

Ik heb zojuist besloten om het volledig te gaan herschrijven. Het verhaal zit namelijk wel goed, maar het is nu gewoon niet te lezen en bovendien is mijn stijl aanzienlijk verandert sinds ik dit geschreven heb. Comentaar blijft welkom, dan kan ik dat meenemen tijdens het herschrijven van alles.

Het is een flinke klus, dus het zal even duren, maar jullie horen er van zelf van.
Artemis
Artemis
Admin

Aantal berichten : 142
Registratiedatum : 10-09-09
Leeftijd : 33
Woonplaats : Assen

http://drakey90.blogspot.com/

Terug naar boven Ga naar beneden

Nog Bezig: Zonder Naam Empty Re: Nog Bezig: Zonder Naam

Bericht  richard vr sep 25, 2009 4:53 pm

Herschrijven is altijd een handig middel om verhalen nieuw leven in te blazen.

Eigenlijk zou je zelfs het hele verhaalconcept opnieuw moeten bekijken of er niet zwakke punten in zitten. Dat doe ik constant bij het schrijven, soms leidt het er wel toe dat ik 1 verhaal 3 keer moet herschrijven Razz

Verhalen komen zo altijd sterker terug.
richard
richard

Aantal berichten : 28
Registratiedatum : 14-09-09
Leeftijd : 32
Woonplaats : Utreg

Terug naar boven Ga naar beneden

Nog Bezig: Zonder Naam Empty Re: Nog Bezig: Zonder Naam

Bericht  Gesponsorde inhoud


Gesponsorde inhoud


Terug naar boven Ga naar beneden

Terug naar boven


 
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum