Schrijvers
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Le chemin de la mémoire

4 plaatsers

Ga naar beneden

Le chemin de la mémoire Empty Le chemin de la mémoire

Bericht  richard di sep 15, 2009 10:51 pm

Dit is een ''kort'' verhaal waar ik in augustus aan gewerkt heb. Ik was de afgelopen zomer te vinden in Normandië, op zo'n beetje alle historische oorlogsplaatsen van betekenis. Tijdens mijn verblijf daar bleef ik de beelden voor me houden van wat zich daar heeft afgespeeld, en ik besloot om die beelden op papier te zetten. Dit is het resultaat. Very Happy

Benieuwd wat jullie ervan vinden...

Cemetière Americain, Colville-sur-mer, Normandië 12.55 uur, heden

Langzaam dreven de witte wolken door de helderblauwe hemel boven de Franse kust van Normandië. Benjamin Stewart sloeg zijn grijze ogen ten hemel en snoof de heldere strandlucht op. Hier stond hij dan, vijfenzestig jaar later, om de laatste eer te bewijzen aan oude kameraden.

Voetje voor voetje schuifelde de oude man over het keurig bijgehouden gras, tussen de witte kruisen door. Slechts twintig meter verderop, en tien meter in de diepte, bevond zich dat vervloekte strand. Dat vervloekte strand dat hem de vreugde van het leven ontnam, dat strand dat hem voor de rest van zijn leven zou achtervolgen.

Benjamin schuifelde voorzichtig verder, hij probeerde zo min mogelijk te knipperen; elke keer als hij zijn ogen sloot flitsten die momenten weer voorbij. Bloed, organen, geschreeuw, gehuil en gekrijs. Mannen schreeuwend om hun moeder, de bulderende gevechten en het nietsontziende mitrailleurvuur van…van de moffen.

Even stond de vierentachtigjarige man stil voor een wit kruis, ingelegd met gouden letters. Benjamin kon zich niet meer groot houden en hij voelde hoe zijn ogen de sluizen hadden opengezet. Dikke tranen rolden in hoog tempo over zijn rimpelige wangen. Familieleden liepen haastig naar Benjamin toe om hem te steunen maar hij maakte een minimaal handgebaar, en maande hen afstand te bewaren. Dit was zijn moment, niemand kon dit met hem delen. Hij was erbij geweest! Hij alleen begreep die pijn, die wonden die niet geheeld konden worden door de tijd.
Benjamin ging recht voor het kruis staan, in de houding, en salueerde terwijl hij de tekst oplas:

THEODORE ROOSEVELT JR.
NOVEMBER 13, 1887 – JULY 12, 1944
BRIGADIER GENERAL
MEDAL OF HONOR

Na deze saluut schuifelde de veteraan verder tot hij bij een witte steen aan kwam. Een steen die anders was dan de negenduizend overige kruisen. Op de witte steen bevond zich een Davidsster, die aangaf dat een soldaat als Jood was gestorven. Deze ster had voor Benjamin een nog grotere emotionele lading.

JOSEPH A. STEWART
JUNE 27, 1927 – JUNE 6, 1944
1ST SERGEANT

Benjamin bewoog zich verlegen over het graf van zijn oudere broer, zakte op zijn knieen en liet zijn handen rusten op de perfecte grasmat. Om te voorkomen dat hij luidkeels in huilen uit zou barsten, sloot hij zijn ogen en liet Benjamin Stewart zich meevoeren naar vijf juni 1944, toen de allerlaatste voorbereidingen voor operatie Overlord gedaan werden.


USS LCI, Portsmouth 5 juni 1944, 9.00 uur

Het was een winderige ochtend in de Engelse kust toen de mannen van het 16e regiment van de 1ste infanterie bijeen werden geroepen. Vanochtend werden ze weer eens ruw uit hun slaap gebruld door de lokale sergeant, die het net zoals zijn Britse collega's nodig achtte om alle oefeningen keer op keer overnieuw te doen. Nu stond het regiment, samen met de voltallige 1ste infanterie opgesteld om een totaal andere reden.

Onder de jonge soldaten, officieren en verpleegsters deden veel geruchten de ronde, zo ook in de eenheid van de gebroeders Stewart. Benjamin Abraham Stewart, Private 1st class, stond rillend van de kou naast zijn broer, Joseph. Zijn broer had een hoge rang, hij was de 1st sergeant. Het was simpelweg zijn taak om de compagnie commandanten te assisteren, en een groep van een kleine honderd man bij elkaar zien te houden, de E-compagnie van het 16e regiment.

Hoewel de soldaten lijnrecht, achter en naast elkaar stonden in de houding, stonden ze er voor militaire discipline slordig bij. Overal werd gehoest, gekucht en gegorgeld, sommigen poetsten hun tanden, schoenveters waren niet gestrikt en de uniformen hingen gekreukt en slap. Sommigen hadden een baard, andere rookten een peuk en de meesten trokken ronduit een chagrijnig gezicht. Net toen Benjamin besloot dat hij zijn mond niet meer dicht kon houden tegen de anderen kwam er een breed geschouderde man aangelopen, met een nors gezicht en een legerhelm op. Achter hem dartelde een lichtvoetige luitenant aan, klaar om hielen te likken. De man was herkenbaar voor de hele 1ste infanterie. Het was de bevelhebber van the Big red one, hun regiment. Kolonel Clarence Huebner had een gigantische staat van dienst, zowel als soldaat in de eerste wereldoorlog, als officier tegen de Nazi’s. Hij duldde absoluut geen tegenspraak, en eiste een onverzettelijke instelling van iedereen die onder hem diende, ook al was hij slechts kok.

Huebner stond lijnrecht tegenover de soldaten van het 16e regiment, toen hij salueerde. Daarna werd zijn blik beduidend vriendelijker.

'Soldaten, ik zal er geen doekjes om winden.' Galmde zijn stem over het terrein, ondersteund door een krachtige megafoon. Benjamin durfde er geld op in te zetten dat ze hem zelfs op de schepen konden horen.

'Vannacht, stipt om 03.30 uur, Engelse tijd, heeft onze gevierde generaal Eisenhower het definitieve bevel gegeven tot het uitvoeren van operatie Overlord.' Huebner hield even stilte en liet zijn blik glijden over de gezichten van duizenden soldaten. Hoeveel van hen zou hij er nog terugzien?

'Deze keer is het serieus. Het is nu of nooit. De eerstvolgende keer dat onze schepen uitvaren, zullen ze niet meer terugkeren. Morgen om deze tijd, zullen wij allen op Franse bodem staan om historie te schrijven. Geniet van deze dag, bereid je voor op de invasie, zeg je gebeden en schrijf je laatste brieven naar vrienden en familie. Ruim twee derde van jullie zal het niet halen, jullie zijn de dapperste soldaten waar ik ooit mee heb mogen werken. Het is een eer om aan jullie zijde te staan aan het front. Ik reken dan ook op jullie, zorg dat het telt.'

Huebner gaf de megafoon over aan de luitenant die daarop de namen van een lijst ging voorlezen. Het duurde een dik uur voor hij was aangekomen bij E-compagnie van het 16e regiment. De namen werden opgelezen, gegroepeerd in een compagnie en toegewezen aan een commandant. Het wachten was vooral vervelend, omdat de soldaten allang op de hoogte waren van hun eenheden, taken en bevelhebbers.

'E1-compagnie, strandsectie: Easy Red, bevel: Lt. Smith, Morgan; soldaten: Stewart, Joseph; Dallas, Frank; Stewart, Benjamin; Connor, Bill; Taylor, Lawrence;...'

De namen ratelden door, zeker driehonderd man zaten er in E-compagnie. Het bevel lag bij Luitenant Morgan Smith, een goede vriend van Joseph die de hoogste in rang was na Smith. Smith was een goede bekende van de familie Stewart, hij woonde ook in Boston.
Later die dag heerste er een gespannen sfeer. Het rustige, maar immer grijze weer zorgde voor een mistroostige bedoening, de soldaten probeerden allen wanhopig te ontsnappen aan de spanning. Sommigen hielpen met het gereed maken van de kogelkettingen, anderen speelden poker en er vonden druk bezochte gebeden plaats die geleid werden door een lokale priester. Ook bij Benjamin spookten de woorden door zijn hoofd…twee derde van jullie zal het niet halen. Benjamin, Joseph en een aantal anderen probeerden de tijd te doden door eindeloos lang te pokeren.Ze zaten met vijf man rond een klein tafeltje, bezaaid met spelkaarten, munten, kettingen en sigaretten. De inzet was hoog. Ondertussen werd er gebluft, gepraat, gezwegen en nagedacht over van alles en nog wat.

'Dus emm, Frank Dallas toch?' vroeg Benjamin, Frank knikte voorzichtig. 'En je komt ook uit Dallas, nietwaar?' Frank knikte opnieuw, nu zekerder. Eventjes klonk er een schelle lach over de tafel van Bill Connor, de grappenmaker van het gezelschap. Bill opende direct zijn mond om een spervuur van flauwe grappen los te laten, maar Smith eiste dat hij stil was, dat was een bevel. Gekrenkt had Bill zijn mond gehouden.

Benjamin stak daarna zijn hand uit naar de jongen tegenover hem. 'Fijn kennis te maken. Benjamin Stewart, uit Boston.' Frank gaf hem een stevige handdruk. Frank Dallas was een van de weinigen in de E-compagnie die afkomstig was uit het zuiden. Met de rest had Benjamin niet zo veel op, maar het waren net als hij noorderlingen uit het oosten van de VS. Benjamin wilde Frank eigenlijk bestoken met vragen; hoe hij woonde, hoe de mensen daar waren, hoe het leven daar was. Benjamin had zijn hele leven lang niet meer gezien dan Boston en de directe omgeving. Als hij geld had, zou hij de wereld rondreizen, culturen ontdekken en iedere dag beleven alsof het zijn laatste was, er waren al zo velen die geen toekomst meer hadden. Helaas beseften de Stewart broers maar al te goed, dat ook zij grote kans liepen om het einde van 1944 niet te halen.

Rond zevenen gingen de meeste soldaten naar bed, ze zouden 's nachts op moeten om een zware slag te leveren aan de Normandische kust. Joseph, Lt. Smith, Bill Connor en Lawrence Taylor waren ook teruggekeerd naar de barakken, maar Benjamin en Frank Dallas besloten om nog op te blijven. Ze zouden toch niet kunnen slapen, tussen het gesnik van de soldaten, het gegil van soldaten met nachtmerries en het luide snurken van de diepste slapers, waaronder hun luitenant.

Benjamin en Frank rookten samen hun sigaretten voor hun barak, met een klein olielampje erbij. Ze zwegen, zeker twee uur lang hadden ze daar zwijgend gezeten, genietend van de heldere avond, de zonsondergang en de zee. Ergens, daar ver weg aan ze overkant, bevonden zich duizenden bunkers, kanonnen, en soldaten, die al ruim twee maanden in opperste staat van paraatheid stonden. Daar zouden ze over een paar uur staan, om te doen wat al zo vaak mislukte: een strandinvasie. Laatst in '43 ging het nog helemaal mis bij Sicilië.
'Hoe is 't in Dallas, in Texas?' vroeg Benjamin als donderslag bij heldere hemel.
Frank leek in eerste instantie niet te reageren maar begon aarzelend te vertellen. ‘Druk…warm…maar verder wel ok.' Het was niet bepaald het antwoord waar Benjamin op gehoopt had, maar hij durfde niet verder te vragen. Frank was duidelijk ergens anders met zijn gedachten, logisch, vond Benjamin.
Tegen negenen besloten beide heren te gaan slapen. Ze hadden er nog maar een paar uur voor, slapen ging toch niet met al die overvliegende vliegtuigen. De volgende dag, zou de hel op aarde neerkomen.


Het Kanaal, 6 juni, 1944, 02.00 uur


De nacht was nog altijd helder, de zee kolkte en de lucht was fris. Benjamin en zijn broer hingen bij de reling van hun schip. 'Broertje' begon Joseph. 'Ik wil dat je dicht bij mij blijft. Wat er ook gebeurt, blijf bij me, achter me. Samen komen we hier doorheen, zoals altijd.'

Benjamin kon niets anders doen dan zijn broer aankijken. Wat moest hij zeggen? Ze hadden niet veel andere keus. Met die gedachte vormde er zich langzaam een brok in zijn keel. Zwaar ademend keek Benjamin weer naar de mistroostige omgeving. 'Ik…Ik wil nog niet dood, broeder.' Piepte Benjamin. Tranen prikten in zijn ogen. Joseph pakte hem beet en omhelsde hem stevig. 'Wij gaan niet dood, hoor je me?' fluisterde Joseph in zijn oor. 'Over vier maanden zitten we gewoon weer thuis, monopolie te spelen met mam en pap. We moeten alleen nog even volhouden, dat is alles.' In de vastberadenheid van Joseph, klonk er toch veel angst door in zijn stem. Altijd had Joseph zijn broertje voorgehouden dat hij geen angst kende. Benjamin hoopte, dat hij nog een keer kon geloven in dit fabeltje, al was het maar voor een minuut.

Er klonk een kort alarm op het schip, de lichten werden gedoofd. 'Shit!' brulde Joseph. 'We zijn gezien! Zoek dekking! Straks vallen de bommen op je kop!' Benjamin bleef even staan, toekijkend hoe zijn broer verdween in de menigte van officieren, mariniers en hospikken. Er ontstond lichte paniek op hun schip.

Benjamin bleef even doodstil staan, spitste zijn oren, en luisterde naar wat er in de verte gebeurde: gedonder. Kilometers in de verte, donderde het, maar er waren geen flitsen te zien. Bij de kust hing een dichte mist. Benjamin werd van binnen steenkoud. De Duitsers hadden hen gezien, ze vuurden nu met hun geschut op hun schepen. Zou operatie Overlord in het water vallen? Kort daarna klonken in de verte ronkende motoren. Als een vogel vluchtend voor een kat vloog Benjamin de dichtstbijzijnde hutten in. Daar kwamen ze, bommenwerpers. Benjamin werkte zich door de duisternis van de kamer heen en dook onder een bureau. Hij drukte zijn vingers in zijn oren, sloot zijn ogen en blokkeerde al zijn gedachten. Minuten lang wachtte hij, er gebeurde niets. Was hij dood? Was hij gedood voor hij de bom hoorde? Nee hij was niet dood. Het was zelfs stil buiten. Voorzichtig kroop Benjamin tevoorschijn, en liep het buitendek op. De mensen waren gespannen, maar kalm. In de verte bulderde het. Bommenwerpers bestookten de Franse kust.

Langzaam probeerde de zon door de wolken heen te komen, maar tevergeefs, het dikke wolkendek trok zich daar niets van aan. De ochtend naderde, en daarmee de invasie. Veel soldaten besloten om nog een laatste maal te bidden, met de lokale priester die aanwezig was. Benjamin en Joseph woonde de Joodse dienst bij. Daarna probeerde kolonel Huebner de soldaten nog moet in te spreken via een brief van Eisenhower. Zij werden de moedigste soldaten ooit genoemd, maar Benjamin voelde zich verre van dat. Hij was bang, misselijk. Sommigen hadden zelfs een zenuwinzinking gehad, Benjamin had het gevoel dat hij daar dicht tegenaan zat. Zijn handen trilden, z’n concentratie was nul en zijn maag leek steeds verder samengeperst te worden.


Colville-sur-mer, Omaha Beach, 6 juni 1944, H-Hour

Een rotte lucht van zwavel, rook een zeelucht drong zijn neusgaten binnen. Even sloot Benjamin zijn ogen ten hemel, die niet te zien was door een dikke laag mist en wolkendek. De adrenaline gierde door zijn aderen, een golf van misselijkheid deed hem wankelen. Benjamin stond in de rij om ingeladen te worden voor de zogenaamde LCVP's, kleurloze bakken die met een motoraandrijving tientallen soldaten te water konden vervoeren.
Benjamin kon zijn concentratie er niet bijhouden, hij bleef staren naar de vage contouren van het strand, een slordige twintig kilometer bij hen vandaan. Over hun hoofden bulderden de bommenwerpers voorbij in de richting van het vasteland, waarna er vanuit de verte een hoop gedonder klonk. Zo ging het nu al een half uur.
'Lopen lopen! Schiet eens op dames! We hebben niet de hele dag!' bulderde de stem van een majoor door de megafoon. Er schoot direct weer beweging in de lange rij, beetje bij beetje voelde Benjamin hoe hij zijn lot tegemoet ging. Daar, achter die mistige waas, ging zijn lot schuil. Wat had de Heer voor hem in gedachte? Voor de veertiende maal die ochtend zei Benjamin een schietgebedje, smekend voor zijn leven.

Minuten later stond Benjamin met bevende handen aan de reling van het deinzende schip. Onder hem, wenkte zijn broer hem. Joseph scheen zelfs tegen hem te praten, maar zijn woorden gingen langs hem heen. Even klemde hij zijn magere vingers om het witte metaal heen. Daarna keek hij opzij. Een marinier naast hem, hield een geweer voor hem op, de M1 Garand. Benjamin griste het wapen weg, hij had altijd geleerd dat dat ding zijn enige hoop was op het slagveld. Benjamin was zich er helemaal niet bewust, dat het geweer hem alleen maar zou belemmeren.
De marinier stopte hem een paar granaten en munitie toe, en zijn collega bepakte hem met veldflessen en een rugzak. Al met al woog de uitrusting van Benjamin ruim veertig kilo. Hij kreeg even medelijden met Frank Dallas, die de taak van communicatiespecialist had. Hij had nog meer te sjouwen.

Binnen een paar seconden was Benjamin volledig gevechtsklaar, sloeg de marinier hem goedkeurend op zijn loodzware helm. Voor Benjamin er erg in had wierpen de mariniers hem over de reling, zodat Benjamin zich nog maar net kon vastklampen aan de wirwar van touwen. Langzaam liet hij zich afzakken naar de hevig op en neer deinzende LCVP, waar tientallen handen zijn onderlichaam op de bodem zette. Zijn broer Jospeh klapte hem op zijn helm en omhelsde hem.

'Succes broeder. Je zult het nodig hebben.' Fluisterde Joseph. Benjamin kon niks terugzeggen, de brok in zijn keel blokkeerde alles. Daarna haalde Joseph een fotootje uit zijn borstzak, kuste het en stopte het in de borstzak van Benjamin. Zijn blik werd van staal.
'En denk eraan. Ik wil dat je achter mij blijft. En blijf dicht bij me. Een van ons moet er op zijn minst overleven, we kunnen het ma niet aandoen dat geen van ons terugkeert. Heb je me begrepen?' Benjamin knikte. Hij bewonderde de kracht van zijn broer, dat had hij altijd gedaan.

Een moment werd het rustig. De soldaten in de boten keken om zich heen. Het was stil, geen vliegtuigen, geen bombardementen, niets. Tussen de vloot door, die de hele horizon bedekte, scheerden kleine bootjes door waarop commandanten met megafoons de tijd doorgaven. Het startsein voor de landing zou weldra gegeven worden. Luitenant Smith greep het moment aan om nog een laatste maal de tactieken door te nemen.

'Ok! Nog een keer! E-1, wij dus, koerst af op strandsectie Easy Red! De boten brengen ons zo dicht mogelijk bij het strand. Zorg dat je de boot snel verlaat, we zijn schietschijven! Wij krijgen ondersteuning van de 741ste tankbataljon, zij zijn inmiddels onderweg!' brulde Smith uit terwijl hij met zijn hand naar de linkerkant van het strand maaide.
'Direct achter ons komen de Engineers. Zij moeten een weg vrijmaken tussen de tankweringen, asperges en versperringen. Aan ons de taak om de weerloze Engineers te beschermen tegen het uitschot daar boven op die duinen! Als je niet snel genoeg vooruit komt, laat je uitrusting achter. We hebben meer aan een levende soldaat, dan een dode! Zorg dat je snel beweegt, blijf laag, wees vastberaden en zoek dekking achter wat je maar kunt vinden! Een half uur moeten we volhouden, dan komt er versterking. Samen met hun gaan we bruggenhoofden slaan. Soldaten, God zij met ons!'

De soldaten lieten de woordenreeks van Smith op zich inwerken. Zo vaak hadden ze geoefend, en nu was het zover. Weinigen van hen hadden echt beseft wat een angst boven zou komen drijven in deze operatie. Benjamin meende een urine-achtige lucht te ruiken. Hij keek om zich heen, en zag de lijkbleke gezichten van zijn kameraden, vooral Lawrence Taylor zag er niet goed uit. Net toen Benjamin wilde vragen of het met hem ging, boog de jongen zich voorover en liet zijn maaginhoud eruit. Daarna ging Lawrence zitten op een van de bankjes in de boot.
In de verte klonk een soort alarm, de stuurman van hun boot zette onmiddellijk koers richting de stranden. Kort daarna bulderden de vliegtuigen weer boven hun hoofden, maar nu was het lawaai krachtiger. De gevechtsschepen lieten hun onheil los, lichtflitsen ontsnapten de huizenhoge kanonnen en suisden door de lucht richting de kust, waar ze met dof gedonder neerkwamen. Alsof de boot nog niet hard genoeg bewoog, schudde het vaartuig van de schokgolf die teweeg werd gebracht. Toch voelde dat voor Benjamin goed. Het gaf hem vertrouwen. Hoe konden de Duitsers zulke klappen immers overleven? De Duitse stellingen zouden murw geschoten zijn nog voor ze op het strand waren.
Maar de moed zakte Benjamin al snel weer in de schoenen. Naarmate ze dichterbij golfden werden de explosies en bombardementen luider en harder. Aarde en brokstukken uit het achterland spoten honderden meters de lucht in. Over hun hoofd vloog een brandend vliegtuig dat op slechts een paar honderd meter van hen vandaan in zee stortte. De soldaten keken geschokt toe hoe de piloten krampachtig probeerden te ontsnappen aan het inferno op zee. Een van het bevrijdde zichzelf en dook brandend de zee in, de andere piloot verdween in de vuurzee.
De boot werd door de ruige zee bijna onbestuurbaar. Het was vloed geworden, de zee werd steeds sterker kustwaarts. De meeste soldaten besloten om te zitten, om hun misselijke magen te kalmeren. Benjamin hoorde achter zich hoe Lawrence opnieuw overgaf. De stuurman achterin de boot had grootse moeite het vaartuig onder controle te houden, de boot leek te schokken en schudden. Een van de bemanningsleden in een zwemvest stond op het bankje om te kijken wat de heftige schokken veroorzaakte. Met een lijkbleek gezicht ging hij weer zitten.
Het strand was nu nog vijfhonderd meter van het vandaan, in de verte barstte een orkaan van geweld los. Een kilometer verderop, hadden de boten hun laadkleppen geopend, de Duitse stellingen bij Vierville hadden het vuur geopend.

'Twintig seconden!' schreeuwde de stuurman. Smith keek vertwijfeld op, stond op en keek nog even naar de stranden voor hen. 'He!' riep hij naar de stuurman. 'Wat maak je ons nou? We zitten veel te oostelijk! Wij moesten de westelijke zijde van Easy Red!' De stuurman keek Smith nors aan. 'Bestuur jij de boot als je het zo goed kunt!' sputterde de stuurman tegen.

De boot werd nu volledig afgeremd. Brandende tanks dwongen de stuurman om uit wijken, terwijl hij zich ook moest zien te manoeuvreren tussen drijvende bemanningsleden van de tanks. De zesendertig soldaten in de boot waren opgestaan om te kijken wat er aan de hand was. De overlevende bemanningsleden van de tanks schreeuwden om hulp, maar bataljon E-1 kon niets voor hen doen.
Benjamin had vol afschuw staan kijken naar de verbrande mannen en verwoeste Sherman tanks. Zijn keel werd dichtgeknepen. Dit was het 741ste tankbataljon. Dit was hun tankondersteuning! Nog voor ze de boten uit waren was hun strandsectie al een zware slag toegebracht. Hoe kon dit goed gaan?

Benjamin kreeg een lichte paniekaanval. De twee bunkers in de verte leken als monsters op hem af te komen, ondanks de bombardementen waren de bunkers in perfecte staat. Geen schade aan de grijze betonnen kist, met als enige opening een donkere gleuf. Even wierp Benjamin zijn hoofd omhoog, en keek naar de boten die in de verte voeren. Achter hen, op ruim vijftig meter afstand, bevond zich de boot van de Engineers.

Joseph drukte vanuit het niets Benjamin omlaag. 'Blijf zitten!' Bulderde hij. 'Of wil je soms dood voor je de boot uit bent?' Benjamin vervloekte zijn eigen dommigheid.

'Vijf seconden!' schreeuwde de stuurman boven het gebulder uit. Benjamin voelde zijn hart kloppen, nee tekeergaan. Het zweet brak hem uit onder zijn uitrusting, ondanks de koude ochtend.
'Dit is het, soldaten!' blèrde Smith. 'Achter mijn reet aan, en dan verspreiden. Dat vergroot onze kansen!'

Na die woorden draaide Joseph zich nog een laatste maal om en wierp Benjamin een veelzeggende blik toe. Daarna zakte de laadklep van de boot open en kwam de groep soldaten in beweging. Benjamin klemde zijn handen om het wapen dat hij als beschermengel beschouwde en maakte aanstalten om de boot zo snel mogelijk te verlaten. Het leek alsof de Duitser op dit moment gewacht hadden. Plotseling sloegen de kogels overal in, Benjamin hoorde de sissende geluiden van kogels die langs hen heen scheerden, de voorste rij soldaten in de boot lagen bloedend en schreeuwend op de grond terwijl de anderen, met pijn in het hart, over hen heen stapten en het ondiepe, ijskoude zeewater indoken. De mannen voor hem, waaronder Joseph, renden nu ook de boot uit, Benjamin volgde blindelings. Krampachtig probeerden de soldaten hun geweren boven water te houden, maar dat was een onmogelijke taak met de hoge golven en verkleumde armspieren. Duizenden spelden prikten in zijn lijf, Terwijl het water voor zijn gezicht aan alle kanten opspatte. Voor hem ging Joseph, achter hem zwom Frank Dallas met de radio en aan zijn zijde bevond zich Bill Connor. Luitenant Smith liep ergens vijf meter verderop. Het viel Benjamin op dat hij Lawrence niet zag.

Ze maakten nauwelijks vaart in het water, maar langzamerhand zakte de waterlijn tot hun middel.
Er dreven lichamen voorbij en het water had een eigenaardig robijnrode kleur gekregen. Vol afschuw keek Benjamin hoe een bebloed lichaam langs hem heen dreef. Benjamin herkende de soldaat als Lawrence Taylor.

De kogels sloegen overal in, recht voor hen bevond zich een bunker, en een paar honderd meter westwaarts was nog een bunker. Het zand onder hun voeten was veranderd in grind, en ze bleven constant haken achter metalen voorwerpen die de Duitsers daar hadden gedeponeerd. Het strand lag bezaaid met asperges en C-elementen, zware stalen kooien om tanks te vertragen.

Benjamin voelde hoe het gewicht op zijn rug z’n tol begon te eisen, zijn verkrampte benen hielden het niet lang meer uit. Voor hem gooide Joseph zijn rugzak af en bewoog verder door het water. Benjamin volgde zijn voorbeeld, zijn rug werd ontheven van een zware last. Kort daarna sloegen er meerdere mortiergranaten in op het strand, ruim vijftig meter voor hen. De soldaten raakten bedolven onder modder, puin en zand dat neer kwam vallen vanuit de hemel. Benjamin zag hoe een aantal mannen rechtsvoor hem het uitschreeuwden van de pijn, toen meerdere granaatscherven stukken van hun vlees afscheurden. Het was een vies gezicht. Vol afschuw wendde hij zijn blik af naar links, maar daar waren alleen nog maar drijvende lijken te zien. Plotseling werd de zee in hoog tempo ondieper. Benjamin hoorde Smith roepen dat ze vaart moesten maken en moesten schuilen achter de obstakels.

De handen van Joseph grepen hem bij zijn arm en sleurden hem met veel kracht mee naar voren. Benjamin verloor zijn evenwicht, de zee rukte het geweer uit zijn hand.

'Wacht! Stop! Mijn wapen!' riep hij uit.

'Laat het! Wees blij dat je leeft!' antwoordde Joseph terwijl hij nu het gewicht van een extra soldaat met zich meezeulde. Hijgend lieten ze zich neerploffen in het natte zand bij een asperge. Even lagen ze beiden roerloos op het strand. Ze hadden het strand gehaald! In een waas keek Benjamin om zich heen. Er kwamen steeds mannetjes in groene uniformpjes uit het zeewater aanrennen, soms met een gewonde op hun rug, soms zakten ze plotsklaps in elkaar. Opnieuw dreunde het vlak bij hen, een laag zand, en ditmaal ook bloed, kwam op hen neer. Tien meter voor hen was een Engineer getroffen door een mijn, zijn onderlichaam ontbrak en zat vermoedelijk verspreid over de andere soldaten.

Langzaam kropen zijn darmen uit zijn onderbuik, en raakten besmeurt met modder en zand. 'Hospik! Hospik' gilde hij, nauwelijks boven het geratel van geweren uit. Langzaam stierf het gegil weg.

'Vuur op die…!' riep Smith vanuit de verte, diens zin werd onderbroken door een overvliegende bommenwerper. Benjamin zocht naar zijn wapen, en bedacht daarna dat hij er geen had. Uit zijn achterzak trok hij een Colt .45 tevoorschijn. Joseph bleef plat op het zand liggen, en richtte zijn geweer op de bunkers. Miezerige schoten vuurde hij af op de bunkers, die daar ongevoelig voor leken. Benjamin richtte zijn pistool, vuurde, maar kon nauwelijks zijn eigen schoten horen. Enkel aan de terugslag wist hij dat hij vuurde.

Vanuit het water dreven nog vier soldaten bij hen aan. 'Sergeant!' riep een van hen naar Joseph. Joseph draaide zijn hoofd en vroeg naar de soldaat zijn rang en eenheid.

'Ik ben sergeant Anderson, van het F-bataljon, 16e regiment.' Brulde hij boven het geweld uit.

'Wat! Jullie horen een kilometer naar het oosten te zitten! Waar is jullie commandant?'

'Weten we niet, dood denk ik. We volgen nu uw orders oké?' Joseph knikte.

'We moeten hier zo snel mogelijk weg komen. Dat ijzige zeewater verlamd ons zo nog!'

Als een stilte na de storm hield het snelvuur van de bunker, dertig meter verderop, op. In de verte krijste Smith: 'Soldaten, opstaan en rennen! Storm naar voren! Ze zijn aan het herladen!'

'Jullie horen de luitenant.' Riep Joseph. Hij kwam overeind, net als Smith iets verderop. Ze wilden het op een lopen zetten, toen Joseph door een sluipschutter geraakt werd in zijn hals. Hij werd achterover geslingerd terwijl hij greep naar zijn hals waar het bloed tot zeker dertig centimeter hoogte uit gutste. Hij liet een pijnlijke kreet los. Een seconde daarop opende de bunker het vuur weer en Smith werd meerdere malen getroffen, zijn lichaam schokte. Hij was op slag dood.

Benjamin werd steenkoud van binnen. Alle angst dreef weg, woede, haat en verdriet kwamen ervoor in de plaats. Snel kroop hij naar zijn broer toe en beschermde hem met zijn lichaam. Met twee handen drukte hij op de wond, die een diameter had van zeker drie centimeter. Zijn broer keek hem met bange ogen aan. Zo bang had Benjamin zijn broer nooit gezien. Joseph gorgelde nog wat en spartelde. Zijn hele lichaam rilde. Een van de andere soldaten kwam naar Joseph toe gekropen, met verband en gereedschap in zijn mond. 'Heef me dehing!' zei de soldaat. Benjamin kon niet reageren, waarop Bill Connor naar hen toe gerend kwam om vuursteun te bieden.

'Godverdomme! We kunnen onszelf niet eens verdedigen! Laat staan die Engineers. Nauwelijks overlevenden!' riep Bill.

Even keek Benjamin op. Door zijn betraande ogen kon hij nog net zien dat er nauwelijks meer beweging was onder de gelande soldaten. Ondanks dat, vuurde het Duitse geschut onverminderd door.

Joseph leek zich steeds minder te verzetten tegen de dood. Zijn lichaam voelde zwakker en zwakker, de hartslag was laag en het bloed stroomde steeds slapper uit zijn keel. Het zand onder hem was rood, net zoals het meeste zand op dit vervloekte strand. De hospik vloekte terwijl hij tevergeefs pogingen deed Joseph te redden.

De Duitsers in de bunker richtten hun aandacht op het groepje soldaten dat aan het reanimeren was.

Er klonk geratel, de kogels suisden om hen heen, Bill Connor werd in zijn hoofd getroffen waarbij stukjes hersenen over hen heen vlogen. Het was walgelijk. De kogels bleven rondvliegen, en troffen opnieuw doel. De hospik die Joseph verzorgde werd twee keer in zijn borst geraakt en zakte gillend in elkaar. Alsof Joseph niet al dood genoeg was, werd ook Joseph nog zeker zes keer in zijn buik geraakt waarbij zijn organen ontbloot werden. Benjamin krijste en huilde, van woede schoot hij op de bunker. Zonder dekking was ook hij een makkelijk doelwit. Na nog een aantal keer de dode lijken getroffen te hebben, raakten twee kogels hem vol in zijn buik. In eerste instantie voelde hij weinig, daarna begon alles in zijn buik te branden. Zijn uniform kleurde rood, voor zover dat nog niet gebeurd was. Met al zijn kracht trok hij zich op naar de asperge voor dekking. Hij keek naar de hospik die lag te gillen en te huilen terwijl hij zijn eigen verwondingen probeerde te behandelen. ‘Mama!’ huilde hij, moederziel alleen. Er was niemand meer die hem kon helpen. Dat gold ook voor Benjamin. Benjamin kon niets anders meer, dan zijn ogen sluiten en te wachten op de dood die onherroepelijk zou intreden.

Voor zijn gevoel lag hij urenlang op het strand, terwijl de golven hem bijna hypnotiserend iedere vijf seconden bereikten. Er stroomde geen water meer aan, maar bloed, wapens, verband en ledematen. Waar was hij in beland? Wat hadden de Amerikaanse legerleiders wel niet gedacht toen ze deze operatie bedachten? Het was complete waanzin. Al vanaf het begin waren ze kansloos. Hopeloos. Reddeloos en radeloos verloren. Joseph was dood, Smith was dood, Lawrence was dood, Bill was ook dood en Frank Dallas werd vermist.

Minuten gingen voorbij, het geweld werd minder en minder. De aanval was afgeslagen. Ze hadden gefaald. De Engineers waren verdwaald en kwamen zonder aanvalseenheden aan op het strand. Gillend om hun moeders stierven ze, terwijl zij niet eens bewapend waren. De infanterieeenheden waren compleet uit elkaar gerukt, de meesten vertoonden geen teken van leven meer. Benjamin voelde zich eenzaam. Alleen hij was nog in leven, zo leek het. Het gillen van de hospik naast hem was alleen nog maar een treurig gejammer.

Benjamin verbeelde zich even of hij iemand hoorde praten. Nog een keer hoorde hij gepraat. Nu luider. Benjamin opende zijn ogen en keek in het smerige gezicht van een onbekende luitenant.

'Ben je van plan om daar te liggen en gedood te worden? Of sta je op en doe je er wat aan?' brulde de luitenant.

'Waar is je commandant? En waar is je eenheid?' vroeg de luitenant.

'De commandant is dood. Mijn eenheid is daar ergens.' Benjamin wees in de richting naast hem waar hij niet kijken kon vanwege zijn stijve nek. De luitenant keek mistroostig naar die richting.

'Kom maar met ons mee. Ik zoek soldaten die nog kunnen lopen.' Benjamin wist, dat ondanks zijn verwondingen, hij nog kon lopen als hij dat echt wilde. Maar hij voelde er verdomd weinig voor.

'Houd vol, soldaat! We zijn nog met een paar honderd man sterk, over twee minuten komt de tweede aanvalslanding!'

Benjamin liet zich overhalen door de luitenant, moeizaam kwam hij overeind. Hij tuurde even in de verte, de hele kustlijn was bezaaid met gewonden, lijken en overlevenden die zich voor dood hielden.
Met een stekende pijn in zijn onderbuik namen hij, de officier en zes overige soldaten de benen, klommen ze over de asperges heen en sprongen tussen het prikkeldraad door. In de verte barstte het gebulder van machinegeweren weer los, ditmaal was het niet op hen gericht. De soldaten renden tegen de steile strandhelling op, ze hadden het vlakke deel overleefd.

Als donderslag bij heldere hemel klonk er een luide knal, Benjamin voelde hoe een onstuitbare kracht hem vooruit blies tegen de zandduin aan. Alsof een magische hand zijn nagels in hem zette voelde Benjamin hoe het vlees van zijn benen aan stukken werd gescheurd. Zijn oren hoorden niets meer, behalve een akelig suizend geluid dat veranderde in een hoge pieptoon.

Benjamin keek zonder emotie achter zich. Twee van hen hadden de sprint niet gered. In stukken lagen ze verspreid over het strand. Het raakte Benjamin nauwelijks meer. Het dodental zou nog wel verder oplopen als Eisenhower de operatie niet afblies.

Een van de gedode soldaten had nog een duidelijk herkenbaar gezicht. Benjamin voelde een golf van misselijkheid opkomen toen hij het uitdrukkingsloze gezicht bekeek. Hij kotste. Benjamin kotste zijn ellende letterlijk uit. Het gezicht van de man, die alleen nog een hoofd en romp had, was het gezicht van Frank Dallas. Benjamin had hem helemaal niet herkend tot dan toe. Dallas was dood, gestruikeld vlak voor de finish.

Misselijk en moe van ellende keek Benjamin toe, hoe de tweede aanvalsgolf begon. Opnieuw werden de laadkleppen geopend, de Duitse stellingen vuurden hun loden projectielen af op de groene schietschijven. Het viel Benjamin nu pas op, hoe gemakkelijk ze te raken waren. Met nog ruim tweehonderd meter te gaan tot het strand vielen de soldaten achter elkaar om. Ook zij hadden Sherman tanks en Engineers bij zich. De tanks vatten snel vlam, explodeerden en deden allen binnen een straal van tien meter ontbranden. Soldaten schoten hun brandende kameraden dood, om hen te verlossen van de helse pijnen. De lijken en gewonden spoelden met de golven mee, vermengden zich met de levenloze lichamen van de eerste landingen. Het onheilspellende gegil en gekrijs ging door merg en been, hart en ziel.

'Luitenant… Luitenant!' de luitenant had duidelijk ook een akelige pieptoon in zijn oor. 'Wat doen we nu! Wát doen wij nu!' schreeuwde Benjamin heftig gebarend.

'E aan aa et oo-un…We gaan naar het oosten!' antwoordde de luitenant. 'De Engineers hebben een pad kunnen vrijmaken. Daar komen onze tanks aan land! Onze taken zitten er eigenlijk al op. Klaar om te gaan?'

De anderen knikten. Benjamin was er niet zo zeker van. Hij voelde zich licht in zijn hoofd, zijn bloedverlies begon zijn tol te eisen. Voor hij er erg in had waren de soldaten opgestaan en renden zo snel als hun benen hen konden dragen richting het oosten. Benjamin volgde. Ditmaal hadden de Duitsers het wel op hen gemunt. Vanaf de duinen schoten Duitse soldaten op hen, Benjamin zag het zand om hem heen opstuiven van inslaande kogels. Na ruim vijftig meter gerend te hebben kwamen ze aan bij een bataljon soldaten. Het waren de versterkingen! G-compagnie van het 16e regiment was erin geslaagd om dankzij de Engineers te ontsnappen aan het Duitse spervuur, en had zich verzameld aan de voet van de duinen. Op nog geen twintig meter afstand, bevond zich de beruchte bunker. Op slechts honderd meter verder naar het oosten bleek zelfs dat H-compagnie zich op het strand had weten te positioneren. Dat was cruciaal. Het vlakke gebied tussen zee en kustlijn was de zone des doods, maar het strand dat daar achter lag was moeilijk te beschieten voor de bunkers.

De commandant van de G-compagnie vertelde hen dat nu het punt gekomen was om de doorbraak te forceren. Het was gelukt om toch aanvalseenheden te vormen op het strand, de eerste Sherman tanks reden het strand op en de versterkingen kwamen met meer soldaten dan in de eerste landing het geval was. Was er dan toch nog hoop?

'Ik wil dat jullie de bunker daarboven constant onder vuur houden! Zo geven we onze medesoldaten een kans! Ik heb de opdracht gekregen om overlevenden van E-compagnie mee te nemen, dan zullen we de duinen en kliffen moeten beklimmen om de bunkers voor altijd het zwijgen op te leggen!' de commandant gebaarde wild naar het betonnen gevaarte, zo’n slordige tien meter boven zijn hoofd.

De soldaten deden wat hen opgedragen werd, maar voor Benjamin kostte dat steeds meer moeite. Hoewel zijn bloedverlies een sijpelend tempo had, begon hij nu te voelen hoe zijn organen zich aan het uitschakelen waren. De kogels die hem getroffen hadden deden hun werk.

Tot overmaat van ramp hadden de Duitsers besloten om hen daar te verdrijven. Een groep Duitse soldaten kwamen bovenaan de klif staan een vuurden hun automatische geweren af op de geïmproviseerde bataljons. De soldaten vuurden terug, terwijl ze zich zo laag mogelijk hielden. Benjamin mikte op een soldaat die recht boven hem stond, hij schoot twee keer en raakte de Duitser in de borst. Een kreet ontsnapte hem waarna hij levenloos in elkaar zakte. Benjamin meende een zoete smaak in zijn mond te proeven, de heerlijke zoete smaak van wraak. Boeten zouden ze!

Het groepje Duitsers maakte geen kans tegen de honderd man onder hen, en trokken zich noodgedwongen terug. Heel even waren de rollen omgedraaid. Na het vuurgevecht zag Benjamin dat er als nog tien doden gevallen waren, en ook hier kleurde het strand beetje bij beetje rood. Het was om wanhopig van te worden.
Benjamin voelde zich nu echt niet meer in orde en vroeg aan de commandant waar de hospik was.

'De hospikken hebben hun handen vol aan die gasten!' hij wees naar de kustlijn waar mannetjes gewonden uit het water sleepten en wonden probeerden af te binden.

'Sorry soldaat.' Maar Benjamin luisterde al niet meer. Zijn aandacht ging uit naar de zee. De gevechtsschepen van de geallieerden lagen gevaarlijk dicht bij de kust, een paar meter verder en ze zouden vast komen te zitten. Uit de kanonnen werd een flits zichtbaar, kort daarop gevolgd door een oorverdovende dreun. De lichtbollen kwamen neer op een bunker, vijfhonderd meter naar het westen. Met een eigenaardig lawaai viel de bunker uit elkaar. Zouden ze dat hier ook gaan doen? Wisten ze dat er hier Amerikanen zaten?

Vlug deed Benjamin weer een schietgebedje. In zijn been voelde hij opeens een lichte steek, hij keek ernaar en zag dat iemand zijn hand erop drukte. Daarna volgde een onbeschrijfelijk gevoel, een warme vlaag door zijn lichaam die hem alle pijn deed vergeten.

'Zo beter?' vroeg de commandant. 'Morfine! Heel handig spul!'

De commandant wenkte daarna een van zijn Engineers. De Engineer rende naar hen toe, terwijl de kogels achter hem insloegen. De andere soldaten bleven vuren op alles dat Duits leek.

'Ik wil dat je dat prikkeldraad verwijderd. Is dat mogelijk?' riep de commandant. De Engineer haalde een grote schaar tevoorschijn.

'Oké, geef ons dekking! We gaan naar boven!' De commandant doorlaadde zijn Thompson, en vuurde op iedere Duitser die het waagde om aan de klif te verschijnen. Een groep soldaten klom tegen de klif op, wat nog een lastige taak was. Ze waren verkleumd en moe, en de zanderige hellingen werkten ook niet mee. Kort daarna verscheen er een opening in de wirwar van prikkeldraad, waarna twee soldaten tegelijkertijd in hun hoofd werden geraakt. Treurig stortte hun lichamen naar beneden.

De Engineer had daarna een bom geplaatst en blies de klif op. Zand, steen, armen en benen vlogen door de lucht. Het enige dat achterbleef was een krater. De soldaten manoeuvreerden zich naar de krater die hen enige dekking bood. Benjamin volgde ergens achteraan. Hij wierp een laatste blik naar de kustlijn, waar niets meer van te zien was. Enkel honderden en honderden lichamen. Op het strand zelf zaten overal clusters van soldaten, sommigen met een bazooka, sommigen bezig met een verbanddoos. Het gebulder van de machinegeweren uit de bunkers was duidelijk minder geworden. Het leek wel of de Duitsers hun voordeel aan het verliezen waren.

Opnieuw hoorde Benjamin langs suizende kogels, overal om zich heen inslaan. De krater werd van twee kanten bestookt door Duitsers in loopgraven. Ondanks de kritieke situatie vielen er deze keer geen doden aan hun zijde. Ze waren lastig te raken en hoefden niet eens omhoog te komen om te schieten: de soldaten wierpen gewoon hun wapens boven zich uit.

'Ik heb een radio nodig! Heeft er iemand nog een radio?!'

'In het westen hebben ze nog werkende radio's! Bij ons zijn die allemaal gesneuveld!' antwoordde een soldaat. Het kwam erop neer dat ze klem zaten op de klif.

Even keek Benjamin in de verte, naar het strand, en zag hij tot zijn blijheid hoe er een eenheid hun kant uit kwam. Het waren zeker tweehonderd soldaten! De Duitsers hadden hier geen schijn van kans meer!

Net toen Benjamin daaraan dacht klapte zijn hoofd voorover. Hij hoorde een metalen ketsgeluid en zijn achterhoofd deed enorm pijn. Snel dook hij weg en bekeek zijn helm. Aan de achterkant zat een deuk. Hij vroeg zich hardop af hoeveel geluk hij nog kon hebben.

De eenheid die vanaf het strand naar boven kwam bestond gedeeltelijk uit E-compagnie van het 116e regiment uit de 29e infanterie. Zij hoorden eigenlijk drie kilometer verderop te zitten. Benjamin was echter dankbaar. De soldaten sprongen onstuitbaar in de loopgraven en moordden de Duitsers uit. Zij hadden nog wel een radio. Vanuit de loopgraven werd er contact gezocht en gerapporteerd over en doorbraak bij Easy Red.

'Mannen, tijd om de bunkers aan te vallen! Ik wil snelheid en agressie!' de soldaten verlieten de krater en stormden via de loopgraven richting de dichtstbijzijnde bunker. Benjamin kon niet meegaan. Zijn benen waren gevoelloos en slap, en hij begon steenkoud te worden. Bewegen was moeilijk. Tot zijn verbazing kwamen er twee hospikken bij hem. Ze scheurden zijn bloeddoorweekte shirt open en begonnen bloed weg te deppen. Verderop was luid en duidelijk te horen hoe de Duitsers zich verzetten tegen de bestorming.

'He soldaat. Blijf bij ons oké! Je gaat het redden. De kogels hebben je organen niet heel zwaar beschadigd!' Benjamin keek naar het vriendelijke gezicht van de hospik. Ondanks de woorden van de hospik sloten zijn ogen zich, en rukte de duisternis op. Het geluid van bommen, granaten en kogels stierf weg evenals de pijn. Snel zou hij Joseph weer zien.


In zijn hoofd bonsde zijn hart. Ver weg hoorde hij stemmen.

'Verwondingen?'

'Twee keer geraakt in de buik.'

'Deze heeft bloed nodig!'

'Weet iemand van welke eenheid hij is?'

Voorzichtig opende Benjamin zijn ogen. Hij keek door een waas. Een zwak zonnetje scheen op zijn gezicht, het strand, het golven van de zee, het klonk vredig en rustig zoals het hoorde. Om de paar minuten klonk er in de verte een explosie, de gevechten waren nog lang niet over. Toch voelde alles ineens veel veiliger aan. Vredig bijna. Met veel pijn en moeite draaide Benjamin zijn hoofd. Links van hem lag iemand met een smerig verbandje om zijn hoofd, rechts van hem lag ook iemand. Die staarde hem levenloos aan. Boven zich zag hij het vriendelijke gezicht van een hospik.

'Daar liet je ons wel even schrikken, joh! Welkom terug op aarde.' Lachte de man. Benjamin lachte niet terug. Het lachen was hem vergaan.

Een officier kwam erbij staan. 'Je hebt het goed gedaan jongen. De bunkers zijn uitgeschakeld, we hoeven nu alleen de stellingen in het achterland uit te schakelen. En dat allemaal al om half twaalf! Rust maar even uit, morgen ga je naar huis. Jouw taak zit erop.' De officier klopte hem op zijn schouder en bezocht de andere gewonden.

Benjamin had nauwelijks tijd om na te denken over wat de officier zei, zijn ogen sloten zich en hij viel als een blok in slaap.

De volgende dag werd hij wakker op een brancard, op een hospitaalschip. De gigantische stoomboot bood plaats aan een paar duizend gewonden, en Benjamin merkte dat hij er veel beter aan toe was dan de meeste anderen. Velen waren verbrand, misten ledematen of waren inmiddels al gestorven. Benjamin behoorde tot de lichtste categorieën: niet dodelijk geraakt.

Opnieuw sloot Benjamin zijn ogen. Hij verliet 1944 en keerde terug uit zijn herinnering. Benjamin keerde terug naar 2009, voor de allerlaatste keer had hij het pad van de herinnering bewandeld, le chemin de la mémoire.

Benjamin Abraham Stewart was er die dag in geslaagd om de herinneringen van 1944 een plekje te geven. Eindelijk. Nu kon hij rustig gaan. Benjamin stierf die nacht in zijn slaap.

Bijna vijfduizend jonge mannen vonden de dood op Omaha Beach, velen van hen hadden geen schijn van kans in de erbarmelijke omstandigheden.

Geschat wordt dat er een slordige tienduizend geallieerde soldaten zijn omgekomen op 6 juni 1944, daar komen er nog eens vijfduizend van Duitse zijde bij.

Bayeux, Ste. Mere Eglise, Isigny sur mer, Colville sur mer, Le Havre en Cherbourg waren de eerste steden om bevrijd te worden.

De hele operatie Overlord, de bevrijding van Normandië, kostte aan een onbekend aantal mensen het leven, dit aantal ligt vermoedelijk rond de honderdduizend.

Nooit mag vergeten worden, welke offers er gebracht zijn, om de mensheid een dure les te leren: nooit meer fascisme.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over het Russische front, de genocide, Azië, noord-Afrika en de burgerslachtoffers.

Ik schat dat er een onvoorstelbare vijfenzestig miljoen mensen de dupe zijn geworden, van een oorlog, en dat met hun leven hebben moeten bekopen.
richard
richard

Aantal berichten : 28
Registratiedatum : 14-09-09
Leeftijd : 32
Woonplaats : Utreg

Terug naar boven Ga naar beneden

Le chemin de la mémoire Empty Re: Le chemin de la mémoire

Bericht  Artemis di sep 15, 2009 11:15 pm

Erg mooi en indrukwekkend geschreven echt mijn complimenten.

Mijn enige op-/aanmerking zit aan het einde. Ik vind de informatieve terugblik eigenlijk een beetje jammer, omdat je een mooi einde had en dat laatste emotionele moment eigenlijk onderbreekt door met feiten te komen. Maar verder vind ik het daadwerkelijk een pracht verhaal. Ook knap hoe je die dialogen hebt weten te schrijven. Op de een of andere manier worden mijn dialogen vaak vrij onnatuurlijk, dus probeer ik ze zoveel mogelijk te vermijden. Maar de dialogen in dit verhaal zijn mooi geschreven en voegen veel emotie toe aan het verder in verslag stijl geschreven verhaal.
Artemis
Artemis
Admin

Aantal berichten : 142
Registratiedatum : 10-09-09
Leeftijd : 33
Woonplaats : Assen

http://drakey90.blogspot.com/

Terug naar boven Ga naar beneden

Le chemin de la mémoire Empty Re: Le chemin de la mémoire

Bericht  richard di sep 15, 2009 11:39 pm

O dank je!

Ik heb erg mijn best gedaan om emotie over te brengen. Op het eind had ik in gedachte om info erbij te voegen, om de gebeurtenissen in dit verhaal in te passen met het totale plaatje...jeweetwel...een overzicht van de totale waanzin die zich heeft afgespeeld in dit deel van Frankrijk.

Ik begrijp wel wat je bedoelt trouwens. Dat je mijn dialogen goed vindt verbaast me wel moet ik zeggen. Ik hou er helemaal niet van, omdat het zoveel moeite kost ze soepel te laten verlopen...meestal probeer ik me op te trekken aan wat ik van anderen lees.

Bedankt voor je reactie Wink

P.S Originele benaming voor mijn stijl, alleen zie ik het wel als een probleem...het is de enige stijl waar ik mee overweg kan.
richard
richard

Aantal berichten : 28
Registratiedatum : 14-09-09
Leeftijd : 32
Woonplaats : Utreg

Terug naar boven Ga naar beneden

Le chemin de la mémoire Empty Re: Le chemin de la mémoire

Bericht  Artemis di sep 15, 2009 11:49 pm

Misschien dat een ander toch anders naar jouw werk kijkt dan je dat zelf kunt. Dialogen schrijven is nou eenmaal niet gemakkelijk, maar naar mijn idee heb je het er goed vanaf gebracht.

Qua stijl: het hoeft geen probleem te zijn om vast te zitten aan een bepaalde stijl, zeker niet als het op zich een prima stijl is. Wat je misschien zou kunnen proberen, om zowel stijl als emotioneel bereik te vergroten is dit soort verhalen in ik vorm schrijven. Je hoeft dan je stijl verder niet te veranderen. Misschien dat het wel een heel leuk effect heeft of misschien vind je het helemaal niks, maar ik denk dat het een keer het proberen waard is.
Artemis
Artemis
Admin

Aantal berichten : 142
Registratiedatum : 10-09-09
Leeftijd : 33
Woonplaats : Assen

http://drakey90.blogspot.com/

Terug naar boven Ga naar beneden

Le chemin de la mémoire Empty Re: Le chemin de la mémoire

Bericht  Linni vr sep 25, 2009 1:41 pm

Ik heb het nog niet uit gelezen, maar tot nu toe vind ik het echt héél mooi Smile

Komt ook vast een beetje door de herdenking van Market Garden die laatst in Nijmegen was, ik was er zelf niet bij maar heb wel alles op de TV gevolgd. Wat die mannen daar te vertellen hadden bezorgt je ook echt de rillingen. Sluit wel op elkaar aan.

Edit: Ik geloof niet dat het héél belangrijk was dat de geweren boven water werden gehouden. Misschien heb ik het mis hoor, maar ik las laatst bij een onderschrift van een foto van Overlord dat de geweren ingesmeerd waren met vet of olie of zo iets, om ze te beschermen.
Linni
Linni

Aantal berichten : 17
Registratiedatum : 17-09-09
Leeftijd : 34
Woonplaats : Rotterdam

https://www.youtube.com/sannelovesmusic

Terug naar boven Ga naar beneden

Le chemin de la mémoire Empty Re: Le chemin de la mémoire

Bericht  richard vr sep 25, 2009 4:39 pm

Dank je Very Happy

Het boven water houden van geweren was idd niet heel belangrijk, maar de kans dat het wapen blokkeerde werd groter door het zoute zeewater. Het ging er vooral om dat de munitie droog bleef, als het buskruit nat werd was de kogel verloren. Wellicht dat munitie ook met vet werd ingesmeerd Smile
richard
richard

Aantal berichten : 28
Registratiedatum : 14-09-09
Leeftijd : 32
Woonplaats : Utreg

Terug naar boven Ga naar beneden

Le chemin de la mémoire Empty Re: Le chemin de la mémoire

Bericht  Mr. Writer ma sep 28, 2009 6:05 pm

Erg goed, heel treffend, alleen dat informatieve stukje op het einde, of weghalen, of het een deel van de herinnering maken.
Mr. Writer
Mr. Writer

Aantal berichten : 151
Registratiedatum : 10-09-09
Woonplaats : Venlo

Terug naar boven Ga naar beneden

Le chemin de la mémoire Empty Re: Le chemin de la mémoire

Bericht  Gesponsorde inhoud


Gesponsorde inhoud


Terug naar boven Ga naar beneden

Terug naar boven


 
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum